Access roads provide access to homes, businesses, schools, shops, et cetera. Access roads can be found in areas with a residential function. This means that all types of traffic mix here: pedestrians, cyclists, cars, and trucks. Because of the great difference in mass between the road users and the fact that pedestrians and cyclists are largely unprotected, the speed of motorized traffic on access roads must be low.

Access road in an urban area (Photograph: Paul Voorham)
Urban areas
Access roads in urban areas have a 30 km/h speed limit. Enforcement of this limit usually requires physical speed inhibitors. For more information, see SWOV Fact sheet 30 km/h zones. In addition to 30km/h access roads there are homezones. Homezones have a 15 km/h speed limit and pedestrians can walk and play on the entire width of the street. Homezones can be found not only in residential areas, but also in shopping areas and in the vicinity of train stations.
Rural areas
The speed limit on rural access roads the limit is 60 km/h. This is a compromise between requirements for traffic flow on the one hand and requirements for safety on the other hand. Generally, the physical speed inhibitors are only used at intersections (raised junction). Road sections are often fitted with edge strips (a broken line at some distance from the roadsides, sometimes asphalted in red), whereby a driving strip for motor vehicles is created in the middle of the roadway. This leads to a visual narrowing of the road which results in lower speeds. With sufficient width the side strips on either side of the driving strip can be used by cyclists. For more information, see the archived SWOV Fact sheet Shoulders on rural access roads.

Rural access road (Photograph: Paul Voorham)
Intersections
- Intersections between access roads are at grade and without any designated priorities (priority for traffic from the right).
- Intersections between an access road and a distributor road are also at grade. Traffic on the distributor road has priority and the connection from the access road has a so-called exit construction.

Access road ending in an exit construction (Photograph: Paul Voorham)
More information on the design of access roads can be found in the CROW publications on this topic [7] [5]. These publications are in the Dutch language.
Gebiedsontsluitingswegen (GOW) verbinden erftoegangswegen met stroomwegen. Een gebiedsontsluitingsweg faciliteert zowel het stromen (op de wegvakken) als het uitwisselen van verkeer (op de kruispunten) [5]. De rijsnelheden van het gemotoriseerde verkeer zijn daardoor hoger dan op erftoegangswegen en daarom moeten fietsers vanuit veiligheidsoogpunt hun eigen gescheiden voorzieningen hebben (zie ook de SWOV-factsheet Infrastructuur voor voetgangers en fietsers). Op de kruispunten vindt uitwisseling plaats. Daar ontmoeten gemotoriseerd verkeer en fietsers en voetgangers elkaar en moet de rijsnelheid van het gemotoriseerde verkeer lager zijn dan op de wegvakken. Dit kan bijvoorbeeld met een rotonde, kruispuntplateau of verkeersdrempels.
Vooral om capaciteitsredenen worden binnen de wegcategorie GOW twee wegtypen onderscheiden [5]:
- wegtype I: dubbelbaansweg, dwarsprofiel met 2x2 rijstroken;
- wegtype II: enkelbaansweg, dwarsprofiel met 1x2 rijstrook.
Binnen de bebouwde kom
Op gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom is de snelheidslimiet meestal 50 km/uur, soms ook 70 km/uur. Er zijn meestal gescheiden voorzieningen voor (snor)fietsers. Bij voorkeur is dit een fysiek gescheiden fietspad. Minder veilig, maar ook vaak toegepast, is een fietsstrook die door een (on)onderbroken lijn is afgescheiden van de rijstroken voor het gemotoriseerde verkeer. Op wegvakken met een 50km/uur-limiet rijdt de bromfietser gewoonlijk op de rijbaan; bij een 70km/uur-limiet op het fiets-/bromfietspad.
Recent is een nieuw type gebiedsontsluitingsweg voorgesteld met een snelheidslimiet van 30km/uur (zie de vraag Welke wegcategorieën zijn er in Nederland?). Het advies is om de snelheidslimiet op gebiedsontsluitingswegen waar geen vrijliggend fietspad kan worden aangelegd, te verlagen naar 30km/uur (GOW30). Het is de bedoeling dat CROW in 2023 met aanbevelingen komt voor de inrichting van de GOW30.

Afbeelding 3.Gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (Foto: Paul Voorham).
Buiten de bebouwde kom
Op gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom is de snelheidslimiet meestal 80 km/uur. Hier zijn op de wegvakken de fietsvoorzieningen altijd fysiek gescheiden. De bromfiets rijdt hier op het fiets-/bromfietspad. Vanwege de grote snelheidsverschillen maakt landbouwverkeer in principe geen gebruik van de rijbanen van een gebiedsontsluitingsweg en vanwege het grote massaverschil ook niet van het fiets-/bromfietspad. In de praktijk is dit bij gebrek aan parallelwegen of realistische alternatieve routes echter vaak niet te realiseren. De rijrichtingen zijn bij voorkeur fysiek gescheiden. In de praktijk hebben veel gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom echter geen fysieke rijrichtingscheiding, maar een dubbele asmaskering (bij voorkeur doorgetrokken, minimale variant richtlijnen) of zelfs een enkele asmarkering (niet conform richtlijnen).

Afbeelding 4. Gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom, zonder fysieke rijrichtingscheiding, met dubbele asmarkering (Foto: Paul Voorham).
Kruispunten
- Kruispunten tussen twee gebiedsontsluitingswegen zijn in principe gelijkvloers en worden bij voorkeur geregeld via een rotonde (zie de SWOV-factsheet Rotondes en andere kruispunten). In sommige gevallen, zoals bij hoge intensiteiten, is een rotonde vanwege de doorstroming niet mogelijk. Dan zijn verkeerslichten (VRI) noodzakelijk. Soms zijn vlak voor het VRI-kruispunt plateaus aangebracht om de snelheid op het kruispunt tot ongeveer 50 km/uur terug te brengen [8].
- Op een kruispunt tussen een gebiedsontsluitingsweg en een erftoegangsweg heeft het verkeer op de gebiedsontsluitingsweg voorrang.
- Een kruising tussen een gebiedsontsluitingsweg en een stroomweg is in principe ongelijkvloers. Belangrijk daarbij is dat de oprit naar een autosnelweg duidelijk te onderscheiden is van de afrit, om onbedoeld spookrijden te voorkomen (zie ook de SWOV-factsheet Spookrijden). Soms is een gelijkvloers kruispunt toegepast, meestal geregeld met verkeerslichten.
Zie voor meer informatie over het ontwerp van gebiedsontsluitingswegen de CROW-publicaties [5] [9].