Through roads, i.e. trunk roads and motorways, are exclusively intended for high-speed travel from A to B (flow function) and are only accessible for fast traffic.
Motorways consist of at least 2 x 2 lanes and driving directions are always physically separated, generally by a central median and/or guide rail. At the right-hand side through roads mostly have a wide emergency lane and a wide obstacle-free zone. The general limit is 130 km/h, but at certain locations or times the limit is 80, 100 or 120 km/h. These lower limits are applied because of safety, flow or environment.
Generally, the layout of trunk roads is less safe than that of motorways (e.g. narrower lanes, a smaller obstacle-free zone and a less wide/hard physical separation between the driving directions). The speed limit on trunk roads is usually 100 km/h.
Intersections with and between motorways are always grade separated. In principle, intersections between trunk roads are also grade separated, but in practice this is not (yet) always the case. Intersections between trunk roads and distributor roads are often controlled with a roundabout or with traffic lights.
More information on the design of through roads can be found in the CROW publications on this topic [5] [6]. These publications are in the Dutch language.

Through road - Motorway

Through road - Trunk road
Stroomwegen, dat wil zeggen autowegen en autosnelwegen, zijn uitsluitend bedoeld voor het op hoge snelheid verplaatsen van A naar B (stromen) en zijn alleen toegankelijk voor snelverkeer.
Autosnelwegen bestaan uit minstens 2x2 rijstroken en de rijrichtingen zijn altijd fysiek gescheiden, over het algemeen door een middenberm en/of geleiderail. Aan de rechterkant hebben stroomwegen veelal een brede vluchtstrook en een brede obstakelvrije zone. De standaardsnelheidslimiet op autosnelwegen is 100 km/uur overdag (6 – 19h) en 130 km/uur in de avond en nacht (19 – 6h). Van deze standaardsnelheidslimiet wordt op een aantal locaties afgeweken, bijvoorbeeld vanwege verkeersveiligheid of milieu. Op die locaties geldt een snelheidslimiet van 80, 100 (ook ’s nachts) of (’s nachts) 120 km/uur. De snelheidslimiet ter plaatse kan ook afhankelijk zijn van bijvoorbeeld het al dan niet open zijn van de spitsstrook. In specifieke omstandigheden zoals file, wegwerkzaamheden of slecht weer, kan de snelheidslimiet tijdelijk worden verlaagd en de aangepaste limiet weergegeven op de matrixborden boven de weg.
Autowegen bestaan uit minimaal 2x1 rijstrook en hebben meestal een snelheidslimiet van 100km/uur. Autowegen zijn in het algemeen minder veilig vormgegeven dan autosnelwegen en hebben bijvoorbeeld smallere rijstroken en een minder brede obstakelvrije zone. Vanuit Duurzaam Veilig is een fysieke rijrichtingscheiding gewenst op autowegen, omdat frontale ongevallen bij rijsnelheden hoger dan 70km/uur veelal fataal aflopen. In de praktijk komen echter ook (nog) autowegen voor zonder fysieke rijrichtingscheiding, maar met een dubbele doorgetrokken streep met groene vulling.
Kruisingen met en tussen autosnelwegen zijn altijd ongelijkvloers. Ook kruisingen van autowegen onderling zouden in principe ongelijkvloers moeten zijn, maar in de praktijk is dat (nog) niet altijd het geval. Kruispunten tussen autowegen en gebiedsontsluitingswegen zijn bij voorkeur ook ongelijkvloers, of anders geregeld met verkeerslichten.
Zie voor meer informatie over het ontwerp van stroomwegen de relevante ontwerprichtlijnen [5] [6] [7].

Afbeelding 2. Voorbeelden van een stroomweg. Links een Autosnelweg (Foto: Paul Voorham) en rechts een Autoweg (Foto: www.dirkdebaan.nl).