Bijna dagelijks wordt men geconfronteerd met de verkeersveiligheid of beter nog met de onveiligheid van het verkeer. Bijna dagelijks kan men beschouwingen lezen of horen in dagbladen, vakbladen, televisie of radio, waarbij uitspraken gehanteerd worden als "de verkeersonveiligheid neemt onrustbarend toe", enz. Maar wat wordt eigenlijk onder dat begrip vereersonveiligheid verstaan. En wat wordt bedoeld als gesproken wordt over een onveilige weg, een onveilig voertuig of een onveilige verkeersdeelnemer? Helaas is hierop geen ondubbelzinnig antwoord te geven. Zowel internationaal als nationaal bestaan hieromtrent geen eenduidige definities of zelfs maar afspraken ten aanzien van deze begrippen Verkeersonveiligheid is dus een onduidelijk begrip (evenals overigens: volksgezondheid, milieuhygiëne, enz.). De wetenschappelijke onderzoekers op het terrein van de verkeersveiligheid moeten echter wel met dit begrip werken. Vanuit de (ca. 6 jaar lange) ervaring is hierover uiteraard wel een bepaalde visie ontstaan. Ouder verkeersonveiligheid in het algemeen kan wellicht het beste worden verstaan de schade, die wordt toegebracht aan de gemeenschap door de verkeersongevallen. Deze schade kan worden uitgedrukt in aantallen doden per jaar, aantallen zware en lichte letsels per jaar en de totale materiële schade per jaar. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid zijn uiteraard speciaal de doden en gewonden van belang. De gegevens over de materiële schade, ·bovendien, zijn veelal dusdanig onbetrouwbaar, dat het onmogelijk is deze gegevens zowel internationaal als nationaal als vergelijkingsmateriaal te gebruiken.
Abstract