Wat zijn doelstellingen van verkeerseducatie?

Antwoord

Het doel van op verkeersveiligheid gerichte educatie is het bewerkstelligen van verkeersveilig gedrag en de daarvoor benodigde voorwaarden. Deze voorwaarden gaan over kennen, kunnen en willen. De uitwerking in educatieve doelen moet uiteraard afgestemd zijn op de doelgroep en hun belangrijkste verkeersrol.

Het formuleren van educatieve doelen is van groot belang voor het invullen van educatieve activiteiten en het evalueren van hun effectiviteit. Er zijn algemene doelstellingen, hoofddoelstellingen en leerdoelen (zie [3]). Algemene doelstellingen zijn zeer breed gedefinieerd om het domein van de leerstof aan te geven. De algemene doelstelling van verkeerseducatie is het bewerkstellingen van verkeersveilig gedrag voor de belangrijkste verkeersrollen van de doelgroep en de daarvoor benodigde voorwaarden in termen van kennen, kunnen en willen. Tabel 1 geeft een voorbeeld.

Tabel

Tabel 1. Voorbeelden van algemene doelstelling/domein voor formele verkeerseducatie naar doelgroep. Bron: [3].

Hoofddoelstellingen beschrijven vervolgens wat je uiteindelijk met een educatieve activiteit wilt bereiken, bijvoorbeeld dat een kind veilig kan oversteken, dat een automobilist het risico van te hard rijden onderkent of dat iemand het manoeuvreren met een scootmobiel beheerst.
Leerdoelen tot slot zijn zeer concrete uitwerkingen van de hoofddoelstellingen: hoe ziet veilig oversteken eruit, wat moet iemand die het risico van hard rijden onderkent precies doen of zeggen, welke manoeuvres met een scootmobiel in welke omstandigheden moet iemand beheersen. Leerdoelen moeten altijd ‘SMART’ zijn [3]:

  • Specifiek (een concreet onderwerp aansnijdend);
  • Meetbaar (verifieerbaar of het doel gehaald is);
  • Acceptabel (voldoende motiverend om dit onderwerp te willen leren);
  • Realistisch (haalbaar); en
  • Tijdsgebonden (met een deadline).

Voor het ordenen van doelen van verkeerseducatie kan, in navolging van de GDE-matrix (Goals of Driver Education), onderscheid gemaakt worden naar niveau van deelname aan het verkeer en aspecten van de verkeerstaak [4] [5]. De vier niveaus van verkeersdeelname, de rijen van de GDE-matrix, zijn:

  1. Algemeen niveau: persoonlijke kenmerken en ambities (bijvoorbeeld: mate van  impulsiviteit, risico-acceptatie).
  2. Strategisch niveau: afwegingen en beslissingen voorafgaand aan de verplaatsing (bijvoorbeeld welke route je neemt, hoe laat je vertrekt).
  3. Tactisch niveau: interactie in het verkeer (bijvoorbeeld of je voorrang verleent, of je richting aangeeft).
  4. Operationeel niveau: voertuigbeheersing/-bediening (bijvoorbeeld schakelen in een auto en op- en afstappen van een fiets).

De drie aspecten van de verkeerstaak, de kolommen van de GDE-matrix, zijn:

  • Kennis en vaardigheden: dat wat je moet weten en kunnen om veilig aan het verkeer deel te nemen.
  • Risico-verhogende factoren: de factoren die het ongevalsrisico verhogen, waarom dat zo is en hoe je dergelijke risico’s kunt vermijden.
  •  Zelfevaluatie: in hoeverre je in staat bent om veilig aan het verkeer deel te nemen en hoe je je gedragskeuzes daarop kunt afstemmen (kalibratie).
Image
Afbeelding
Onderdeel van factsheet

Verkeerseducatie

Onder verkeerseducatie verstaan we alle educatieve activiteiten die als doel hebben verkeersgedrag positief te beïnvloeden. De activiteiten zijn Meer

Deze factsheet gebruiken?