Onder verkeerseducatie verstaan we alle educatieve activiteiten die als doel hebben verkeersgedrag positief te beïnvloeden. De activiteiten zijn vooral gericht op het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en motivaties. Verkeerseducatie is in principe relevant voor alle verkeersdeelnemers, jong en oud, in alle verkeersrollen: permanente verkeerseducatie.

Onder voorlichting over verkeersveiligheid vallen alle activiteiten en producten voor een vrijwillige, blijvende verandering van kennis, houding of gedrag. Er is weinig evidentie dat opzichzelfstaande massamediale voorlichting effectief is in het veranderen van gedrag of het verbeteren van de verkeersveiligheid. Uit onderzoek blijkt wel dat campagnes kunnen bijdragen aan het vergroten van draagvlak en kennis van wet- en regelgeving.

De opbouw van het wegennet en het wegontwerp zijn van grote invloed op de verkeersveiligheid: ten eerste omdat deze bepaalde conflicten tussen verkeersdeelnemers onmogelijk of onwaarschijnlijk maken (bijvoorbeeld fysieke rijrichtingscheiding, gescheiden fietspaden, obstakelvrije bermen); ten tweede omdat deze richting geven aan het gewenste verkeersgedrag (herkenbaarheid, voorspelbaarheid).

Ruim een derde van de verkeersdoden en ruim twee derde van de ernstig verkeersgewonden in Nederland is een fietser. Het overlijdensrisico van fietsers (het aantal verkeersdoden per afgelegde afstand) is ruim acht keer zo hoog als dat van automobilisten, maar ruim drie keer zo laag als dat van gemotoriseerde tweewielers.

Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 140 ‘bermongevallen’ met gemotoriseerd verkeer (uitgezonderd tweewielers) geregistreerd waarvan de afloop dodelijk is: hierbij vallen tegen de 160 verkeersdoden, ruim een kwart van het totale aantal verkeersdoden.

Ongeveer een derde van de verkeersdoden op Nederlandse wegen valt op kruispunten. Binnen de bebouwde kom is dit bijna de helft en buiten de bebouwde kom iets minder dan een kwart. Een rotonde is de veiligste kruispuntvorm, omdat deze minder conflictpunten, een lagere snelheid en een kleinere impacthoek heeft dan een conventioneel kruispunt.

In 2020 werd ruim een kwart van de totaal afgelegde fietsafstand met de elektrische fiets gereden. Ook in de ongevallen is dit terug te zien: in 2019 en 2020 reed bijna een op de drie van de dodelijke fietsslachtoffers op een elektrische fiets.

Files ontstaan met name wanneer de verkeersvraag groter is dan de capaciteit van de weg of als gevolg van een ongeval of een incident (bijvoorbeeld afgevallen lading, voertuig met pech). Ongevallen door files vinden vooral in de staart van een file plaats. Daar neemt de snelheid van het verkeer steeds sterker af, wat samengaat met veel en hard afremmen en een grote kans op kop-staartbotsingen.

Een licht elektrisch voertuig (LEV) is een elektrisch aangedreven voertuig om relatief kleine afstanden mee af te leggen. In Nederland zijn, in tegenstelling tot in veel andere Europese landen, de meeste elektrische steps niet toegestaan op de openbare weg. We weten nog weinig over de veiligheid van LEV’s omdat grootschalig, systematisch onderzoek nog nauwelijks voorhanden is.

Deze factsheet gaat over scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen (zoals de Canta) en brommobielen. Het beschrijft de kenmerken en regelgeving van elk voertuig, het gebruik en de gebruikers, de veiligheidsaspecten en mogelijke maatregelen om de veiligheid te verbeteren.