In 2022 raakten naar schatting 8.300 personen ernstig gewond in het verkeer in Nederland. Dat aantal is 1.500 hoger dan het aantal in 2021, en ook iets hoger dan verwacht kon worden bij voortzetting van de stijgende trend tot en met 2019.

In 2022 vielen er 745 doden in het verkeer in Nederland, 163 meer dan in 2021. Hiermee is het aantal verkeersdoden weer terug op het niveau van vóór 2009.

De opbouw van het wegennet en het wegontwerp zijn van grote invloed op de verkeersveiligheid: ten eerste omdat deze bepaalde conflicten tussen verkeersdeelnemers onmogelijk of onwaarschijnlijk maken (bijvoorbeeld fysieke rijrichtingscheiding, gescheiden fietspaden, obstakelvrije bermen); ten tweede omdat deze richting geven aan het gewenste verkeersgedrag (herkenbaarheid, voorspelbaarheid).

De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen worden geschat op € 27 miljard in 2020 (met een bandbreedte van € 15 tot € 36 miljard). Dit is beduidend hoger dan andere maatschappelijke kosten door verkeer, zoals congestie (€ 3,5 tot € 4,6 miljard) en milieuschade (€ 7,3 miljard).

Naar verwachting duurt het nog minstens enkele decennia voordat volledig zelfrijdende voertuigen commercieel beschikbaar zijn, als het ooit echt zover gaat komen. Wel zijn er al voertuigen beschikbaar waarin een deel van de rijtaak geautomatiseerd is en die bijvoorbeeld zelfstandig remmen, versnellen en sturen.

Deze factsheet plaatst de verkeersveiligheid in Nederland in internationaal perspectief. Het aantal ernstig verkeersgewonden is slecht vergelijkbaar, daarom kijken we vrijwel uitsluitend naar verkeersdoden. Voor Nederland gebruiken we daarbij de werkelijke aantallen van het CBS, dat wil zeggen gecorrigeerd voor onderregistratie. Hiervoor is gekozen omdat in ons land naar verhouding veel slachtoffers vallen onder fietsers en juist deze ongevallen lang niet altijd geregistreerd worden. De geregistreerde aantallen zouden dus vooral voor Nederland een te rooskleurig beeld geven.

Een veilige infrastructuur is van levensbelang voor voetgangers en fietsers. In 2010-2019 was 40% van het totale aantal verkeersdoden voetganger of fietser. Van het totale aantal ernstig verkeersgewonden was in 2018 zelfs 69% voetganger of fietser.

Een voetgangersongeval is alleen een verkeersongeval als er een rijdend voertuig bij betrokken is. Tussen 2010 en 2019 zijn er per jaar gemiddeld 59 voetgangers overleden als gevolg van een verkeersongeval. Het aantal voetgangersdoden is in de periode 1999-2019 met 62% gedaald. Het ongevalsrisico van voetgangers en fietsers is ongeveer even hoog, dat van snor-/bromfietsers is een factor 3 à 4 hoger en dat van inzittenden van personen-/bestelauto’s is een factor 7 à 8 lager.

In de periode 2009-2018 vielen er gemiddeld per jaar 80 verkeersdoden door een ongeval waarbij een vrachtauto betrokken was en 67 verkeersdoden door een ongeval waarbij een bestelauto betrokken was. Er vallen meer slachtoffers onder de tegenpartij dan onder de inzittenden van de vracht- of bestelauto’s. Het overlijdensrisico voor de tegenpartij is hoger als hij tegen een vrachtauto of bestelauto botst, dan als hij tegen een personenauto botst. Het risico van de inzittende is daarentegen lager in een vrachtauto of bestelauto dan in een personenauto.

Duurzaam Veilig Wegverkeer houdt in dat de verkeersomgeving zó is ingericht, dat er geen ernstige ongevallen kunnen gebeuren. En dat als er tóch een ongeval plaatsvindt, de ernst van de afloop beperkt blijft. De mens wordt hierbij als ‘maat der dingen’ genomen: de mens die kwetsbaar is, fouten maakt en zich niet altijd aan regels houdt. De wegomgeving, voertuigen en technologie moeten de mens ondersteuning en bescherming bieden zodat de veiligheid van het verkeerssysteem zo min mogelijk afhankelijk is van individuele handelingen.