Anticipatie op intelligente transportsystemen in duurzaam-veilig wegbeheer

De mogelijke overlap tussen ITS- en DV-maatregelen en de meningen daarover onder wegbeheerders
Auteur(s)
Eenink, Ir. R.G. ; Minnen, J. van
Jaar
In dit rapport worden de mogelijke verkeersveiligheidseffecten van intelligente transportsystemen (ITS) beschouwd in het licht van het beleid dat wegbeheerders op dit terrein voeren. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft ook in het verkeer haar intrede gedaan. Doorgaans noemt men systemen die in het voertuig of de infrastructuur zijn ingebouwd intelligente transportsystemen. In het voertuig gaat het hierbij om systemen die de bestuurder ondersteunen door te informeren, waarschuwen of zelfstandig in te grijpen. Te denken valt aan ondersteuning bij navigeren, afstand houden, snelheid houden of koers houden. In de infrastructuur zijn de meeste intelligente transportsystemen op de auto(snel)weg te vinden en wordt de bestuurder geïnformeerd over de advies- of maximumsnelheid, naderende files etc. Met een regelinstallatie kan de toerit worden gedoseerd en in de bebouwde kom kunnen intelligente verkeersregelinstallaties (VRI's) afhankelijk van de verkeersintensiteit de verkeersstroom regelen. Dit alles wordt ook wel dynamisch verkeersmanagement (DVM) genoemd. ITS-ontwikkelingen gaan relatief snel en zullen een effect op de verkeersveiligheid hebben. Hierdoor kan het idee bestaan dat de infrastructurele maatregelen, die nu en in de nabije toekomst getroffen worden in het kader van Duurzaam Veilig (DV), aanpassing behoeven. Als over de mogelijkheden van ITS onder wegbeheerders een verkeerd idee bestaat, kan ten onrechte van noodzakelijke verbeteringen worden afgezien. Het doel van deze studie is na te gaan of wegbeheerders goed anticiperen op ontwikkelingen in ITS. Met dit doel in gedachten zijn vragen beantwoord ten aanzien van: -de te verwachten verkeersveiligheidseffecten van ITS; -mogelijke overlap van ITS-effecten en effecten van DV-maatregelen (of aanvulling van DV met ITS); -het beeld dat bij wegbeheerders bestaat over deze mogelijke overlap; -informatie die, afhankelijk van de juistheid van het beeld van wegbeheerders, verstrekt zou moeten worden; -aanbevelingen die te geven zijn voor nader onderzoek en beleid en voor de industrie. Ter beantwoording is de literatuur bestudeerd, is een analyse aan de hand van de DV-principes uitgevoerd en zijn wegbeheerders geïnterviewd. ITS-ontwikkelingen die (vermoedelijk) relevant zijn voor de verkeersveiligheid zijn voornamelijk voertuiggebonden. Daarbij zijn twee systemen perspectiefrijk: -Intelligente snelheidsaanpassing (ISA), een systeem dat helpt de maximumsnelheid aan te houden; -navigatiesystemen, mits zij ergonomisch verantwoord zijn ontworpen en niet van de primaire rijtaak afleiden. De doelen van beide systemen overlappen met de doelen van de DV-principes die gelden voor de infrastructuur, met name bij gewenst snelheidsgedrag (ISA) en zoekgedrag (navigatie). Voor ISA geldt dat dit systeem vooralsnog niet op de markt komt, althans niet in de ‘gesloten' variant waarbij wordt ingegrepen in plaats van geïnformeerd. Bij navigatiesystemen is nog niet duidelijk welk effect te verwachten is. De conclusie is dat op korte tot middellange termijn geen overlap tussen ITS en DV-maatregelen aan de orde is. Uit de enquête onder wegbeheerders blijkt dat men de ontwikkelingen volgt - met name over ISA is men geïnformeerd - maar vooralsnog geen reden ziet de infrastructurele plannen daarop aan te passen. Voorlopig reageren wegbeheerders daarmee adequaat op de ontwikkelingen en is het verstrekken van aanvullende informatie niet nodig. De Nederlandse overheid kan ITS-ontwikkelingen (mede) beoordelen op de mate waarin deze passen binnen de DV-visie. Voor de twaalf principes zijn daarvoor in het rapport aanknopingspunten te vinden. Voor navigatiesystemen betekent dit bijvoorbeeld dat aangesloten moet worden bij de bestaande bewegwijzering. Ten aanzien van ISA kan onder meer naar de vervanging van snelheidsremmende maatregelen en de ‘geloofwaardigheid' van snelheidslimieten door de vormgeving gekeken worden. De industrie zal in hoge mate niet voor de Nederlandse markt en DV ontwikkelen. Voor navigatiesystemen zal dit deels wel gebeuren en daarbij kan men zich richten op de afstemming met de bewegwijzering en de DV-categorisering. Nader onderzoek kan zich richten op de formulering van gewenste functionaliteit van en eisen aan ITS uitgaande van de basisprincipes van DV: functionaliteit, homogeniteit en voorspelbaarheid.
Anticipation of intelligent transport systems in sustainably-safe road management; The possible overlap between ITS and sustainably safe measures and road authorities' opinions This report deals with the possible road safety effects of intelligent transport systems (ITS) in the light of road authorities' policy in this area. Information and communication technology has also made its entry into traffic. One normally refers to systems built-in in the vehicle or infrastructure as ‘intelligent transport systems'. Systems that are built-in in the vehicle are systems that support the driver by informing, warning, or independently intervening. Such systems support the driver while navigating, keeping distance, maintaining speed, and keeping on course. In the infrastructure, most intelligent transport systems are found on motorways and trunk roads. They inform the driver about recommended and maximum speeds, tailbacks on ahead, etc. With a regulation installation, ramp metering can be carried out and, and in built-up areas intelligent traffic regulation installations (VRI's) can regulate the traffic flow, dependent on the traffic intensity. All these are also referred to as dynamic traffic management (DVM). ITS developments succeed each other rapidly and will have road safety effects. This may give rise to the idea that present and future infrastructural measures, that should be taken in the Sustainably Safe (DV) framework, need changing. If incorrect ideas exist among road authorities about the possibilities of ITS, they could wrongly abandon necessary improvements. The purpose of this study is to investigate whether road authorities correctly anticipate the ITS developments. With this purpose in mind, questions were asked about: -the effects to be expected from ITS; -possible overlap of ITS effects and effects of DV measures (or ITS additions to DV); -the picture that road authorities have about this possible overlap; -information that, depending on the accuracy of the road authorities' view, should be distributed; -recommendations to be given for further research and policy, and for the manufacturers. To answer these questions the literature was studied, an analysis using DV principles was carried out, and road authorities were interviewed. ITS developments that are (probably relevant for road safety are mostly in-vehicle. There are two very promising systems: -intelligent speed adaptation (ISA), a system that helps to adhere to the speed limit; -navigation systems, provided they are ergonomically designed and do not distract from the primary driving task. The purposes of both systems overlap with the purposes of the DV principles that apply to the infrastructure, especially concerning desired speeding behaviour (ISA) and searching behaviour (navigation). As far as ISA is concerned, this system will not be for sale for the time being; at least not in the ‘closed' version which intervenes instead of informs. For navigation systems it is not yet clear what effect is to be expected. The conclusion is that, in the short/medium-term, there will be no overlap between ITS and DV measures. The survey among road authorities showed that they follow the developments, being especially well-informed about ISA, but, provisionally, see no reason for changing their infrastructural plans. For the time being therefore, road authorities react adequately to the developments, and distribution of additional information is not necessary. The Dutch government can (partly) judge ITS developments as to the extent in which they fit the DV vision. This report contains points of departure based on the twelve DV principles. For navigation systems, for example, this means that they will have to be in keeping with the existing signposting. For ISA it can be examined if, among other matters, it can replace speed reduction measures and contribute to the credibility of speed limits. The manufacturers will, to a large extent, not develop for the Dutch market and DV. For navigation systems, however, this will happen to a certain extent. For these systems, compliance with signposting and DV categorization can be aimed at. Further research can aim at formulating the desired functionality of, and demands to be met by ITS, in terms of the basic principles of DV: functionality, homogeneity, and predictability.
Rapportnummer
R-2001-31
Pagina's
30 + 5
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.