730 documenten gevonden.

Gepubliceerd: (SWOV) | Doumen, M.J.A.; Bos, N.M.; Decae, R.J.
Gepubliceerd: (SWOV) | Schagen, I.N.L.G. van
Gepubliceerd: (SWOV) | Davidse, R.J.; Duijvenvoorde, K. van; Louwerse, W.J.R.
Gepubliceerd: (SWOV) | Kint, S.T. van der; Vlakveld, W.P.; Zwart, R.B.E. de; Mons, C.; Hoekstra, A.T.G.; Schagen, I.N.L.G. van
Gepubliceerd: (SWOV) | Goldenbeld, Ch.; Stelling, A.; Kint, S.T. van der
Ruim een derde van de verkeersdoden en ruim twee derde van de ernstig verkeersgewonden in Nederland is een fietser. Het overlijdensrisico van fietsers (het aantal verkeersdoden per afgelegde afstand) is ruim acht keer zo hoog als dat van automobilisten, maar ruim drie keer zo laag als dat van gemotoriseerde tweewielers.
In 2020 werd ruim een kwart van de totaal afgelegde fietsafstand met de elektrische fiets gereden. Ook in de ongevallen is dit terug te zien: in 2019 en 2020 reed bijna een op de drie van de dodelijke fietsslachtoffers op een elektrische fiets.
Naar verwachting duurt het nog minstens enkele decennia voordat volledig zelfrijdende voertuigen commercieel beschikbaar zijn, als het ooit echt zover gaat komen. Wel zijn er al voertuigen beschikbaar waarin een deel van de rijtaak geautomatiseerd is en die bijvoorbeeld zelfstandig remmen, versnellen en sturen.
De veiligheid van auto-inzittenden is sinds de jaren ’70 sterk verbeterd, zowel uitgedrukt in het aantal doden door ongevallen, als in het overlijdensrisico. Vanaf 2011 is er echter geen sprake meer van een daling van het aantal doden onder inzittenden van personenauto’s.

Er kwamen in 2009-2018 jaarlijks gemiddeld 51 jonge bestuurders en passagiers (18-24 jaar) om het leven in het verkeer. Het risico om bij een dodelijk ongeval betrokken te raken, ligt 4,5 keer hoger voor jonge automobilisten dan voor meer ervaren automobilisten.