23 documenten gevonden.

Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een ‘zone 30’ of ‘verblijfsgebied’ genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen. Om die reden moet de snelheid laag zijn (maximaal 30 km/uur).

Onder verkeerseducatie verstaan we alle educatieve activiteiten die als doel hebben verkeersgedrag positief te beïnvloeden. De activiteiten zijn vooral gericht op het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en motivaties. Verkeerseducatie is in principe relevant voor alle verkeersdeelnemers, jong en oud, in alle verkeersrollen: permanente verkeerseducatie.
Tijdens de recentste metingen, in 2022, reed 2,6% van de automobilisten tijdens weekendnachten onder invloed van alcohol, wat bijna een verdubbeling inhoudt ten opzichte van het laagst gemeten overtrederspercentage (1,4 % in 2017).
In het algemeen is de kans op een ongeval bij slechte weersomstandigheden groter dan bij goed weer. Het gaat dan vooral om regen, sneeuw/hagel, mist, harde wind, gladheid, laagstaande zon en hoge temperaturen.
Onder voorlichting over verkeersveiligheid vallen alle activiteiten en producten voor een vrijwillige, blijvende verandering van kennis, houding of gedrag. Er is weinig evidentie dat opzichzelfstaande massamediale voorlichting effectief is in het veranderen van gedrag of het verbeteren van de verkeersveiligheid. Uit onderzoek blijkt wel dat campagnes kunnen bijdragen aan het vergroten van…
De opbouw van het wegennet en het wegontwerp zijn van grote invloed op de verkeersveiligheid: ten eerste omdat deze bepaalde conflicten tussen verkeersdeelnemers onmogelijk of onwaarschijnlijk maken (bijvoorbeeld fysieke rijrichtingscheiding, gescheiden fietspaden, obstakelvrije bermen); ten tweede omdat deze richting geven aan het gewenste verkeersgedrag (herkenbaarheid, voorspelbaarheid).
Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 140 ‘bermongevallen’ met gemotoriseerd verkeer (uitgezonderd tweewielers) geregistreerd waarvan de afloop dodelijk is: hierbij vallen tegen de 160 verkeersdoden, ruim een kwart van het totale aantal verkeersdoden.
Spookrijongevallen komen niet vaak voor. De afloop is echter vaak wel ernstig. De meeste spookrijongevallen ontstaan als automobilisten onbedoeld een afrit van een autosnelweg oprijden of als automobilisten keren op een autosnelweg.
Ongeveer een derde van de verkeersdoden op Nederlandse wegen valt op kruispunten. Binnen de bebouwde kom is dit bijna de helft en buiten de bebouwde kom iets minder dan een kwart. Een rotonde is de veiligste kruispuntvorm, omdat deze minder conflictpunten, een lagere snelheid en een kleinere impacthoek heeft dan een conventioneel kruispunt.
Files ontstaan met name wanneer de verkeersvraag groter is dan de capaciteit van de weg of als gevolg van een ongeval of een incident (bijvoorbeeld afgevallen lading, voertuig met pech). Ongevallen door files vinden vooral in de staart van een file plaats. Daar neemt de snelheid van het verkeer steeds sterker af, wat samengaat met veel en hard afremmen en een grote kans op kop-staartbotsingen.