Wat houdt het ontwerpprincipe 'Functionaliteit van wegen' in?

Antwoord

Het ontwerpprincipe Functionaliteit van wegen houdt in dat wegvakken en kruispunten voor alle vervoerswijzen die van de weg gebruikmaken in principe maar één verkeersfunctie hebben (monofunctionaliteit) - stromen of uitwisselen - en dat het wegennet een hiërarchische en doelmatige opbouw van deze functies heeft.

De openbare ruimte bestaat uit verblijfsgebieden en verkeersruimte. De verkeersruimte bestaat uit wegvakken en kruispunten en hierop is het functionaliteitsprincipe van toepassing.

We onderscheiden twee functies van wegen: stromen en uitwisselen. Stromen houdt in dat de verkeersdeelname plaatsvindt zonder interactie met de omgeving; bij uitwisselen is er juist wel interactie met de omgeving en zijn er abrupte manoeuvres. Deze beide functies gaan niet veilig samen [1] [2] [3]. De functie van de weg is de basis voor een veilige inrichting en een veilig gebruik van wegen. Hieruit volgen wegcategorieën en de ideale opbouw van het wegennet.

We onderscheiden drie wegcategorieën in de opbouw van het wegennet: het wegennet is idealiter een hiërarchische en doelmatige opbouw van de verkeersfuncties, bestaande uit drie typen wegen (zie ook Afbeelding 1 [4]):

  • stroomwegen (stromen op wegvakken en over kruisingen);
  • gebiedsontsluitingswegen (stromen op wegvakken en uitwisselen op kruispunten);
  • erftoegangswegen (uitwisselen op wegvakken en kruispunten).

Afbeelding 1. Functionele indeling van wegen.

Deze functionele indeling van wegen heeft dus betrekking op de ‘verkeersruimte’. Spelen en winkelen (‘verblijfsfuncties’) gaan niet veilig samen met verkeer, en al helemaal niet met stroomverkeer (zie bijvoorbeeld [2]). Erftoegangswegen vormen de enige soort verkeersruimte die, waar nodig, samengaat met de verblijfsfunctie van een gebied, met name op erven (zie bijvoorbeeld [5]). Daar waar functie, inrichting en gebruik niet in overeenstemming zijn, spreken we van ‘grijze wegen’ (bijvoorbeeld een 50km/uur-winkelstraat; zie ook het ontwerpprincipe ‘(Bio)mechanica’).

Zie Aarts & Dijkstra [6], Hoofdstuk 3 voor een uitgebreidere beschouwing van dit principe.

Onderdeel van factsheet

Duurzaam Veilig Wegverkeer

Duurzaam Veilig Wegverkeer houdt in dat de verkeersomgeving zó is ingericht, dat er geen ernstige ongevallen kunnen gebeuren.

Deze factsheet gebruiken?