Bij de ontwikkeling van een duurzaam-veilig wegennet worden diverse ontwerpstadia doorlopen. Hierbij bestaat de kans dat er - bijvoorbeeld uit praktische overwegingen - concessies gedaan worden aan verkeers- en omgevingsaspecten die een minder duurzaam-veilige uitvoering tot gevolg hebben. Om inzicht te verkrijgen in hoe duurzaam-veilig een wegennet in een gebied is, is een instrument ontwikkeld. Deze zogenaamde DV-gehaltemeter kan in verschillende stadia van ontwerp en uitvoering worden gebruikt om het ‘gehalte' aan duurzame veiligheid te bepalen. De DV-gehaltemeter is een gebruiksinstrument voor bijvoorbeeld de verkeerskundig ontwerper of andere belanghebbenden. Het instrument maakt een vergelijking tussen enerzijds wat er gepland staat of al is uitgevoerd in een wegennet van een gebied, en anderzijds wat er volgens het referentiekader van duurzaam-veilig zou moeten zijn. De DV-gehaltemeter gebruikt daarbij de belangrijkste principes van duurzaam-veilig: de functionaliteit van de infrastructuur, de homogeniteit van de verkeersstromen en de voorspelbaarheid van verkeerssituaties en gedrag van weggebruikers. Deze principes zijn verwoord in de ‘twaalf functionele eisen' in de CROW-publicatie Categorisering van wegen op duurzaam veilige basis (1997). Belangrijk is de vertaling van deze eisen naar indicatoren: meetbare aspecten van een ontwerp of uitvoering. Eveneens belangrijk zijn de criteria die worden aangelegd: wanneer is een aspect duurzaam-veilig en wanneer niet? Dit rapport doet verslag van de ontwikkeling van de DV-gehaltemeter. Deze ontwikkeling vond gefaseerd plaats. De eerste fase betrof een bureaustudie waarin werd getracht meetbare indicatoren en criteria toe te wijzen aan de duurzaam-veilig-eisen. Zo is een prototype van de DV-gehaltemeter ontstaan. Tevens werd duidelijk welke informatie voor een meting nodig is. De tweede fase bestond uit een experimentele toetsing van dit prototype in de praktijk, in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Het doel van deze proefmeting was tweeledig. Ten eerste moest duidelijk worden of in iedere ontwerpfase de benodigde informatie beschikbaar was. Ten tweede moest blijken of de methode waarmee de gegevens werden verkregen werkbaar was. Uit de proefmeting bleek dat niet alle ontwerpfasen even duidelijk te onderscheiden waren, zodat gegevens soms moeilijk aan een ontwerpfase gekoppeld konden worden. Wat de methode betreft lijkt het beter dat iemand van binnen de wegbeheerdersorganisatie de gegevens verzamelt vanwege de grotere bekendheid met de meest actuele plannen. De studie liet verder zien dat de duurzaam-veilig-eisen betreffende ‘homogeniteit' het beste door de indicatoren bestreken worden. Ook de eisen die gerelateerd zijn aan ‘voorspelbaarheid' zijn over het algemeen goed uit te drukken in indicatoren. Bij de eisen voor ‘functionaliteit' blijkt dit moeilijker te zijn. Aanbevolen wordt met de ervaringen uit deze studie de DV-gehaltemeter verder uit te werken in een gebruikershandleiding, en deze in de praktijk verder te beproeven.
Ontwikkeling van een ‘DV-gehaltemeter' voor het meten van het gehalte duurzame veiligheid
Het prototype meetinstrument beschreven aan de hand van indicatoren, criteria en een proefmeting in de praktijk
Year
SWOV publication
This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.
- Interested in more SWOV publications?
- Or would you like to continue your search in our other publications?