Hoewel een navigatiesysteem de rijtaak blijkt te vergemakkelijken, leidt het bedienen van het systeem tijdens het rijden de aandacht af van het overige verkeer. Navigatiesystemen hebben duidelijke voordelen voor de gebruiker, mits bestuurders gegevens van hoge kwaliteit ontvangen (actuele en juiste informatie). Automobilisten rapporteren dat zij met een navigatiesysteem meer controle over hun verplaatsing hebben (bijna 80%), minder gestrest zijn (bijna 70%) en gemakkelijker de aandacht op de weg kunnen richten (60%). Ook hoeven bestuurders met een navigatiesysteem zich minder mentaal in te spannen dan bestuurders zonder systeem, zowel volgens een subjectieve, als volgens een objectieve meting [38].
Bij het bedienen van een navigatiesysteem tijdens het rijden, wordt echter minder aandacht aan het omringende verkeer gegeven. Amerikaans onderzoek liet zien dat het invoeren van een bestemming op een navigatiesysteem meer mentale capaciteit en meer tijd eist dan andere nevenactiviteiten, zoals het bedienen van het audioapparatuur, telefoneren of sturen van tekstberichten [39]. Uit het oogpunt van veiligheid dient een gebruiker het navigatiesysteem dus altijd voor vertrek in te stellen. Een ruime meerderheid van de automobilisten vindt het ook zelf gevaarlijk om het systeem tijdens het rijden in te stellen. Desondanks rapporteerde 64% van de ondervraagden dat soms of vaak te doen [40]. Een recent Nederlands Naturalistic Driving onderzoek laat zien dat tijdens de ritten waarbij een navigatiesysteem aan staat, bestuurders 5% van de tijd bezig waren het systeem te bedienen. Ongeveer 65% van deze bedieningstijd vond plaats onder het rijden (met een snelheid van 10 km/uur of hoger) [41].