Hoe zijn de ernstig verkeersgewonden verdeeld naar vervoerswijze?

Antwoord

De aantallen ernstig verkeersgewonden per vervoerswijze zijn vanaf het jaar 2010 niet meer goed te bepalen wegens gebrekkige registratie in BRON (zie Hoe wordt het aantal ernstig verkeersgewonden in Nederland vastgesteld?). De kenmerken van slachtoffers op basis van de LBZ blijken hiervoor een redelijk alternatief. De LBZ bevat geen informatie over de tegenpartij, alleen of het een ongeval met of zonder gemotoriseerd verkeer betrof.

Van de ernstig verkeersgewonden in de ziekenhuisregistratie vormen fietsers verreweg de grootste groep (zie Afbeelding 2). In 2022 was 70% (ca. 5.500) van de in het ziekenhuis geregistreerde ernstig verkeersgewonden een fietser. Ter vergelijking: bij verkeersdoden was in 2022 bijna vier op de tien slachtoffers een fietser en is het aantal verkeersdoden onder fietsers inmiddels ook al een aantal jaren de grootste groep (zie de SWOV-factsheet Verkeersdoden in Nederland).

Het aandeel fietsers onder ernstig verkeersgewonden in de ziekenhuisregistratie is over de tijd toegenomen (niet afgebeeld) en was in 2014 nog 66% (ca. 3.700). In 2022 was naar schatting minimaal 19% van de ernstig verkeersgewonde fietsers het gevolg van een ongeval met een elektrische fiets; in 2015 (het eerste jaar waarin we dat momenteel kunnen vaststellen) was dat nog minimaal 4%.

Afbeelding

Afbeelding 2. Verdeling van ernstig verkeersgewonden in Nederland naar vervoerswijze in 2022, gebaseerd op de registratie in de LBZ. Bron: DHD en SWOV.

In 2022 raakte 61% (ca. 5.100) van de ernstig verkeersgewonden gewond als gevolg van een verkeersongeval zonder betrokkenheid van een gemotoriseerd voertuig. Onder de in de ziekenhuizen geregistreerde ernstig gewonde fietsers was dit 82%. Dit zijn met name fietsers die gewond raken bij een enkelvoudig fietsongeval (zonder tegenpartij), een fiets-fietsongeval of een fiets-voetgangerongeval.

Het risico om ernstig gewond te raken (ernstig verkeersgewonden per afgelegde afstand) is het hoogst voor tweewielers (al dan niet gemotoriseerd). Het risico is het laagst voor auto-inzittenden (Afbeelding 3). Deze afbeelding geeft de gemiddelde tweejaarlijkse risico’s omdat op jaarbasis berekende risico’s met name voor gemotoriseerde tweewielers fluctueren door onzekerheden in mobiliteitsgegevens en slachtofferaantallen.[i]

Afbeelding

Afbeelding 3. Het risico om ernstig gewond te raken (aantal ernstig verkeersgewonden per afgelegde afstand) in Nederland voor verschillende vervoerswijzen, gemiddeld over de periode 2018-2019 en 2020-2021 op basis van de LBZ. Bronnen: CBS, DHD en SWOV.


[i] Vanwege een methodewijziging tussen 2017 en 2018 en de mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen in de jaren 2020-2021 houden we deze tweejaarsgemiddelden aan. Zodra de verkeersdoden 2023 bekend zijn, voegen we de jaren 2022 en 2023 toe.

Image
Abeelding
Onderdeel van factsheet

Ernstig verkeersgewonden in Nederland

In 2022 raakten naar schatting 8.300 personen ernstig gewond in het verkeer in Nederland. Dat aantal is 1.500 hoger dan het aantal in 2021, en ook Meer

Deze factsheet gebruiken?