De meeste verkeersdoden onder kinderen vielen in de periode 2008-2017 door een botsing als fietser met een auto (21%), gevolgd door een botsing als voetganger met een auto (16%) en als fietser met een vrachtauto (14%). Zie ook de vraag Met welke vervoerswijzen vallen de meeste slachtoffers onder kinderen? Het is echter niet bekend wat de oorzaak was van deze ongevallen en wie het ongeval veroorzaakte. Bij ernstig gewonde kinderen in een verkeersongeval is vaak geen motorvoertuig betrokken (zie de SWOV-factsheet Ernstig verkeersgewonden in Nederland).
Bij minder ernstige ongevallen waarvoor kinderen wel naar de spoedeisende hulp moeten, blijken de meeste verkeersongevallen enkelvoudig te zijn, dus zonder betrokkenheid van een andere verkeersdeelnemer [11]. 86% van de kinderen tussen 0-12 jaar die bij de spoedeisende hulp kwamen na een verkeersongeval had een ongeval op de fiets. Onder 0-3-jarigen was de meest genoemde oorzaak van het ongeval spaakbeknelling (53% van de slachtoffers). Bij 4-12-jarigen was de meeste genoemde oorzaak een val van de fiets (38%), maar ook spaakbeknelling kwam voor (25%).