Onder landbouwvoertuigen vallen zowel land- en bosbouwtrekkers (tractoren) als zelfrijdend werkmaterieel dat wordt gebruikt voor de landbouw, de bouw, de grond-, weg- en waterbouw en het groenonderhoud. Tractoren worden vooral op het platteland gebruikt, maar ook in een stedelijke omgeving. Sinds 1995 is het namelijk toegestaan tractoren op de openbare weg ook voor andere doeleinden dan landbouw te gebruiken. De groep zelfrijdend werkmaterieel – voor zover het geen bedrijfsauto’s zijn, zoals kraanwagens – valt onder de voertuigcategorie ‘motorrijtuig met beperkte snelheid’ (MMBS). Zie ook de vraag Welke regels gelden er voor landbouwvoertuigen?
Antwoord