Aandoeningen waar ouderen relatief vaak last van hebben en die hun gedrag in het verkeer kunnen beïnvloeden, liggen op het vlak van cognitieve, sensorische of motorische achteruitgang en een grotere kans op onwelwording achter het stuur. In onderstaande tabellen is kort weergegeven welke aspecten van de verkeersdeelname door welke aandoeningen kunnen worden beïnvloed. De daadwerkelijke invloed op de verkeersdeelname en rijprestatie is afhankelijk van de ernst van de aandoening, gebruik van medicatie en de mate waarin compensatie mogelijk is.
Tabel 1. Sensorische aandoeningen die vaak voorkomen bij oudere verkeersdeelnemers, tot welke beperkingen die leiden en welke invloed die op verkeersdeelname kunnen hebben [11] [18]. 1 Over een verband tussen gehoorproblemen en de rijgeschiktheid van automobilisten is de literatuur niet 100% overtuigend [18].
Ouderen gebruiken vaker dan jongeren geneesmiddelen die van invloed zijn op verkeersdeelname. Voorbeelden hiervan zijn benzodiazepines, pijnstillers en antihistaminen [11] [21]. Daarnaast hebben ouderen vaak last van meerdere aandoeningen waardoor ze meerdere geneesmiddelen tegelijkertijd gebruiken [18]. Geneesmiddelen kunnen elkaar beïnvloeden en zo de rijgeschiktheid verminderen. De invloed van geneesmiddelen is bij ouderen ook vaak groter dan bij jongere automobilisten doordat het langer duurt voordat geneesmiddelen het lichaam van een oudere hebben verlaten en ouderen vaak meer last hebben van bijwerkingen [11] [21]. Aangezien medicatie wordt voorgeschreven bij een bepaalde aandoening, zijn de invloed van de aandoening en invloed van de medicatie op de rijgeschiktheid met elkaar verbonden [11]. Voor meer informatie over de invloed van geneesmiddelen op de rijgeschiktheid, zie SWOV-factsheet Drugs en Geneesmiddelen.