Wat zijn oorzaken van ongevallen met scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen?

Antwoord

Veel voorkomende oorzaken en scenario’s bij scootmobielongevallen zijn verkeerd gebruik van de gashendel (knijpen in plaats van loslaten), het kantelen van de vaak instabiele scootmobiel door oneffenheden in het wegdek, tegen of half over een stoeprand rijden, een plotselinge uitwijkmanoeuvre, of een bewuste of onbewuste voorrangsfout. Over de (mede)oorzaken van ongevallen met gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen zijn geen gegevens beschikbaar.

In het SWOV-diepteonderzoek naar scootmobielongevallen [5] [6] zijn vier ongevalstypen onderscheiden waarmee 32 van de 35 onderzochte ongevallen konden worden omschreven. Het gaat daarbij om een combinatie van het type conflict en enkele bepalende ongevalsfactoren. De geïdentificeerde ongevalstypen zijn:

1. Scootmobielrijder knijpt gashendel in om te remmen terwijl hij deze daarvoor juist moet loslaten, en raakt te water (n=5). Hierbij speelt het ontwerp van het voertuig een belangrijke rol: bij een andere wijze van bediening was het ongeval waarschijnlijk niet ontstaan.

2. Scootmobiel raakt uit balans na contact met een obstakel of oneffenheid, waarna de scootmobielrijder ten val komt (n=8). Hier speelt de infrastructuur een belangrijke rol, samen met de gebrekkige stabiliteit van de meestal driewielige scootmobiel: krappe fietspaden en scherpe bochten maken het manoeuvreren lastig en contact met bijvoorbeeld een stoeprand doet de scootmobiel kantelen.

3. Uitwijkmanoeuvre van de scootmobielrijder voorkomt een botsing, maar leidt tot een val uit zijn scootmobiel (n=8). Hierbij speelt het gedrag van de bestuurder een rol, in combinatie met de instabiliteit van het voertuig: de scootmobielrijder probeert een aanrijding te voorkomen door een abrupte stuurmanoeuvre. Hij vermijdt zo weliswaar de botsing, maar de scootmobiel raakt dusdanig uit balans, dat hij kantelt.

4. Overstekende of rechtdoor gaande scootmobielrijder komt in botsing met kruisend gemotoriseerd snelverkeer, waarbij de scootmobielrijder al dan niet voorrang heeft (n=11). Ook hier speelt het gedrag van de bestuurder een belangrijke rol: of de scootmobielrijder, of de andere weggebruiker verleent ten onrechte geen voorrang, bijvoorbeeld omdat deze de ander over het hoofd ziet (onvoldoende zicht, afgeleid?).

In een studie van VeiligheidNL [10] is een deel van de in 2011 bij de Spoedeisende Help (SEH) behandelde slachtoffers van een scootmobielongeval gevraagd om aan te geven welke factoren een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van hun ongeval. Afbeelding 6 laat zien welk deel van de 115 respondenten een van de 11 oorzaken heeft genoemd (respondenten mochten meer dan een factor noemen; gemiddeld noemden ze 1,5 factoren).

Afbeelding 6. Factoren die het scootmobielongeval (mede) hebben veroorzaakt. Bron: [10]

Onderdeel van factsheet

Scootmobielen, gehandicaptenvoertuigen en brommobielen

Deze factsheet gaat over scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen (zoals de Canta) en brommobielen.

Deze factsheet gebruiken?