Wat zijn de richtlijnen voor openbare verlichting?

Antwoord

Er zijn diverse richtlijnen die relevant zijn voor de installatie en toepassing van openbare verlichting.

Technische richtlijnen

De Nederlandse kwaliteitscriteria voor openbare verlichting zijn gebaseerd op Europese normen uit 2015. Ze zijn door NEN en de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) vastgelegd in de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) 13201. In de NPR 31201 wordt onder andere beschreven wat het lichtniveau moet zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld wegdekluminantie[i] en gelijkmatigheid van de verlichting. De plaatsing en hoogte van lichtmasten is daarbij belangrijk. Ook moet rekening worden gehouden met de wegdekreflectie: als het wegdek meer licht reflecteert, hoeft de lamp minder fel te schijnen. Bij het instellen van het lichtniveau moet een goede balans zijn tussen de veiligheid en de negatieve aspecten van verlichting (zoals lichthinder). De armaturen en lichtsystemen moeten voldoen aan normen zoals de Laagspanningsnorm en de NEN-EN 40 voor lichtmasten. Daarnaast zijn er de algemene normen voor elektrische installaties waaraan ook openbare verlichting moet voldoen, zoals NEN 1010, NEN-EN-50110 en NEN 3140. Tot slot heeft de NSVV de ‘Algemene richtlijn betreffende lichthinder’ uitgegeven met in deel V de richtlijn voor openbare verlichting. Deze richtlijnen zijn van toepassing voor wegen binnen en buiten de bebouwde kom en gelden voor alle wegbeheerders.

Richtlijnen voor toepassing

De technische richtlijnen voor autosnelwegen zijn beschreven in de ROA Verlichting [16] en ROA Bermbeveiligingsvoorzieningen [17]; de uitwerking van deze richtlijnen is beschreven in het Uitvoeringskader verlichting. In de ROA Verlichting staat onder andere op welk type wegvakken en kruisingen verlichting nodig is en wat de minimale kwaliteit moet zijn van de verlichting op autosnelwegen. In de ROA Bermbeveiligingsvoorzieningen staan richtlijnen voor de plaatsing van lichtmasten in de berm. In het Uitvoeringskader verlichting staat onder andere dat op rijkswegen de verlichting zes minuten na zonsondergang wordt aangezet en twaalf minuten voor zonsopkomst wordt uitgeschakeld.

Het plaatsen van lichtmasten buiten de bebouwde kom op regionale wegen is beschreven in het Handboek wegontwerp [18] [19]. De richtlijnen voor verlichting binnen de bebouwde kom zijn opgenomen in de ASVV [20]. De richtlijnen ter ondersteuning van de keuze voor het type lichtmast staan in het Handboek lichtmasten [21]. Deze richtlijnen gelden voor alle wegen in Nederland.

De technische richtlijnen en de toepassing daarvan voor de verlichting van woongebieden zijn beschreven in het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De technische richtlijnen van dit keurmerk zijn gebaseerd op de NSVV. De toepassing ervan voldoet, anders dan bovenstaande richtlijnen, aan de minimale waarden voor sociale veiligheid.


[i] Wegdekluminantie is de lichtsterkte op het wegdek.

Onderdeel van factsheet

Openbare en voertuigverlichting

Visuele informatie is voor verkeersdeelname van groot belang.

Deze factsheet gebruiken?