In toenemende mate wordt ook in Nederland onderkend dat vermoeidheid achter het stuur een belangrijke factor is bij het ontstaan van verkeersongevallen. Deze studie beoogt aan de hand van de literatuur een overzicht te geven van de kennis en inzichten over de relatie tussen vermoeidheid en verkeersveiligheid.
Uit de literatuur blijkt dat vermoeidheid veel meer oorzaken kent dan de tijd die iemand achter het stuur zit. Te weinig slaap of een slechte kwaliteit slaap (bijvoorbeeld vanwege een slaapstoornis, medicatie, maar ook life-style gerelateerd), tijd van de dag of stress-situaties werken alle het ontstaan van vermoeidheid in de hand. Dit betekent dat vermoeidheid achter het stuur niet alleen voorkomt in landen waar grote afstanden worden gereden, maar ook in kleinere landen als Nederland. Het betekent bovendien dat vermoeidheid achter het stuur niet alleen een probleem is voor beroepschauffeurs, maar ook voor de gewone autobestuurder.
Vermoeidheid leidt tot een verminderde handelingsbekwaamheid en een verminderde handelingsbereidheid. Er treed een verslechtering op in de psychomotorische, perceptuele en cognitieve vaardigheden, en ook de stemming en de motivatie worden minder. Waar het gaat om de rijvaardigheid blijkt vermoeidheid zich vooral te manifesteren op operationeel niveau (minder goed koers houden, minder vloeiende stuurbewegingen), maar ook op tactisch niveau (minder alert reageren op snelheidsvermindering van een voorligger, minder adequaat reageren op informatie uit de omgeving).
Het is buitengewoon lastig om vast te stellen in welke mate vermoeidheid een rol speelt bij het ontstaan van ongevallen. De oorzaak hiervan ligt vooral in het feit dat vermoeidheid vrijwel niet op objectieve wijze is te diagnosticeren, in tegenstelling tot bijvoorbeeld alcoholgebruik. Wanneer de verschillende buitenlandse gegevensbronnen worden gecombineerd, moet geconcludeerd worden dat bij 10 tot 15% van de ernstige ongevallen vermoeidheid een (mede)oorzaak is. Er is geen reden aan te nemen dat dit percentage in Nederland wezenlijk anders ligt. In verschillende epidemiologische studies is bovendien gevonden dat vermoeide bestuurders een grotere kans hebben op een ongeval dan niet vermoeide bestuurders.
De kortetermijnmogelijkheden om maatregelen te treffen die het aantal vermoeidheidsgerelateerde ongevallen doen afnemen zijn beperkt, vooral voor de ‘gewone’ autobestuurder. Hier kan op dit moment eigenlijk alleen iets gedaan worden in de voorlichtende sfeer, waardoor mensen zich meer bewust worden van de rol van vermoeidheid in het verkeer; voorwaardelijk maar zeker niet afdoende om gedragsverandering te bewerkstelligen. Voor de beroepschauffeurs liggen er daarnaast mogelijkheden in wetgeving op het gebied van rij-, rust- en arbeidstijden en de handhaving daarvan en ook in het opzetten van zogenoemde ‘fatigue management’ programma’s en, of in combinatie met, het propageren van een veiligheidscultuur (safety culture) bij de transportondernemingen.
In de verdere toekomst liggen er mogelijkheden op het gebied van intelligente systemen die vermoeidheid automatisch detecteren en eventueel ingrijpen. Er zijn verschillende veelbelovende ontwikkelingen gaande, maar grootschalige toepassing zal naar verwachting nog wel even op zich laten wachten.
Fatigue while driving; Inventory of causes, effects and measures
Also in the Netherlands there is an increasing awareness that driving while tired is an important factor in the occurrence of road accidents. This literature study aims at providing an overview of the knowledge and insights about the relation between fatigue and road safety.
The literature study showed that fatigue has many more causes than the time somebody has been driving. Too little sleep or a poor quality sleep (e.g. because of a sleeping disorder, medication, but also because of lifestyle), the time of day, and stress situations all contribute to the occurrence of fatigue. This means that fatigue while driving does not only occur in countries where long distances are driven, but also in smaller countries such as the Netherlands. This means, moreover, that fatigue while driving is not only a problem for professional drivers, but also for the ordinary car driver.
Fatigue leads to a reduced action capability and a reduced action readiness. A decline of the psychomotoric, perceptual, and cognitive skills occurs, and also the mood gets worse and motivation is reduced. As far as driving skills are concerned, fatigue appears to manifest itself especially at the operational level (worse lane control, less smooth steering movements); but also at the tactical level (reacting less alertly to speed reduction of a vehicle in front and reacting less adequately to information from the surroundings).
Determining the extent to which fatigue plays a part in accidents occurring is extremely awkward. It is almost impossible to objectively diagnose fatigue; this in contrast with alcohol use. When the various foreign data sources are combined, it must be concluded that fatigue is a (partial) cause in 10-15% of all severe accidents. There is no reason to suppose that in the Netherlands this percentage is substantially different. In addition, various epidemiological studies have shown that tired drivers have a greater chance of having an accident than those not tired.
The short-term possibilities of taking measures to reduce the number of fatigue-related accidents are limited, especially for the 'normal' car driver. The only thing that can be done at the moment is in the sphere of information. More information can make people more aware of the role of fatigue in traffic; a precondition but by no means sufficient to achieve behavioural changes. In addition, for professional drivers there are legal possibilities concerning driving hours, duration, and rest periods and their enforcement, but there is also the possibility of starting so-called fatigue management programmes and/or in combination with propagating a safety culture within haulage companies.
In the more distant future, there are possibilities in the sphere of intelligent systems that automatically detect and, if necessary, intervene. There are various promising developments, but their large-scale application will take some time.