Snelheid en snelheidsmanagement

Geactualiseerd

Als op een weg de gemiddelde snelheid stijgt, is er een grotere kans op ongevallen met bovendien een grotere kans op een ernstige afloop. Dat geldt in zijn algemeenheid, maar in grotere mate als het gaat om een botsing tussen gemotoriseerde voertuigen en onbeschermde verkeersdeelnemers, zoals voetgangers en (brom)fietsers. Verder hangen grotere snelheidsverschillen tussen voertuigen op eenzelfde tijd en plaats samen met een hoger ongevalsrisico. Automobilisten die op die weg harder rijden dan gemiddeld, hebben een grotere kans op een ongeval; automobilisten die langzamer rijden dan gemiddeld hebben dat niet. Automobilisten rijden vaak harder dan de limiet, bijvoorbeeld omdat ze haast hebben, omdat ze het leuk vinden, omdat ze meerijden met de stroom, of ongemerkt. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat bijna een derde van de dodelijke ongevallen te maken heeft met een te hoge of een niet aan de omstandigheden aangepaste snelheid.

Snelheidsmanagement of snelheidsbeheersing bestaat uit een aantal stappen, met als eerste het bepalen van een veilige limiet. Welke limiet veilig is, hangt af van de functie van de weg, de samenstelling van het verkeer en de inrichting van de weg. Deze limiet moet geloofwaardig (logisch) en altijd en overal duidelijk zijn. Hij kan ondersteund worden met fysieke snelheidsremmers zoals drempels, en met verkeershandhaving. Fysieke snelheidsremmers hebben een aanzienlijk effect op de rijsnelheid ter hoogte van de maatregel. Intelligente snelheidsassistentie (ISA) heeft een groot effect op de rijsnelheid en dus op de verkeersveiligheid, waarbij het effect van een dwingende ISA (waarbij het voertuig niet harder kan dan de limiet) groter is dan dat van een waarschuwende ISA. Op het hoofdwegennet dragen matrixborden met dynamische limieten bij aan homogenere snelheden, minder intensieve remmanoeuvres en minder ongevallen en bijna-ongevallen. De effecten van de meer zachte maatregelen, zoals de Educatieve Maatregel Gedrag (EMG), voorlichting, buurtprojecten en nudging, zijn over het algemeen klein en kortdurend.  

Waarom is een hoge rijsnelheid gevaarlijk?
Hoe vaak rijden automobilisten te hard?
Waarom rijden automobilisten te snel?
Hoe groot is het effect van snelheid op de verkeersveiligheid?
Wat is het effect van snelheidsverschillen op de verkeersveiligheid?
Beïnvloedt rijsnelheid de alertheid?
Hoeveel ongevallen gebeuren er door een (te) hoge snelheid?
Is te hard rijden overal even gevaarlijk?
Is te hard rijden voor alle verkeersdeelnemers even onveilig?
Welke snelheidslimieten kent Nederland?
Is er ook een minimumsnelheid?
Hoe herken je de geldende snelheidslimiet?
Hoe worden snelheidslimieten bepaald?
Wat zijn veilige snelheden?
Wat zijn geloofwaardige snelheidslimieten?
Uit welke stappen bestaat snelheidsmanagement?
Heeft de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/uur voor meer ongevallen gezorgd?
Heeft de verlaging van de maximumsnelheid van 100 km/uur overdag voor minder ongevallen gezorgd?
Hoeveel veiliger wordt het met 30 km/uur als de norm binnen de bebouwde kom?
Hoe effectief zijn snelheidscamera’s of trajectcontroles?
Hoe effectief is intelligente snelheidsassistentie (ISA)?
Hoe effectief zijn snelheidsbegrenzers voor notoire overtreders?
Hoe effectief zijn andere snelheidsmaatregelen?
Publicaties en bronnen
1 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Deze factsheet gebruiken?

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.