In Nederland wordt al tientallen jaren een systeemaanpak van verkeersveiligheid gehanteerd waarbij maatregelen op de terreinen van ‘Engineering’, ‘Education’ en ‘Enforcement’ (3E’s) elkaar aanvullen. Verkeershandhaving (‘Enforcement’) vermindert risicovol verkeersgedrag en is daarom een belangrijk onderdeel van het verkeersveiligheidsbeleid. De objectieve pakkans (de feitelijke kans om gepakt te worden bij een overtreding) en de subjectieve pakkans (de door de weggebruiker ingeschatte kans om gepakt te worden) bepalen in hoge mate het succes van verkeershandhaving. De zwaarte van de straf heeft slechts een bescheiden invloed op verkeersgedrag.
De algemene basisteams, de teams Verkeer van de Regionale Eenheden van de politie, en de Landelijke Eenheid (voorheen KLPD) houden toezicht op het verkeer. Hierbij wordt nauw samengewerkt binnen de lokale driehoek (burgemeester, Openbaar Ministerie en politie), en met wegbeheerders en partners zoals Veilig Verkeer Nederland. Vanaf 2016 gelden de volgende landelijke handhavingsprioriteiten: Verkeersveelplegers, Afleiding, Rood licht, Alcohol en drugs, en Snelheid (afgekort VARAS). Het aantal bekeuringen via geautomatiseerd toezicht is het afgelopen decennium min of meer constant gebleven. Het aantal bekeuringen na staandehouding is daarentegen fors gedaald van jaarlijks ruim meer dan een miljoen in 2008-2010, naar net iets meer dan 400.000 in 2018.