Het onderhoud aan de Nederlandse infrastructuur vindt plaats in een steeds groter wordend maatschappelijk en economisch spanningsveld. De onderhoudsbehoefte zal de komende jaren naar verwachting verder toenemen. Door de toenemende mobiliteit wordt het aantal rustige perioden waarin onderhoud aan de infrastructuur kan worden gepleegd echter minder. Daarbij leidt veel nacht- en weekendwerk in het onderhoud tot bezwaren bij werknemers. Een afweging van de verschillende kosten en baten van alternatieve uitvoeringsmethoden kan meer inzicht geven in de mogelijkheden voor maatschappelijke optimalisatie. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft in recent onderzoek voor Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland en de vakbonden een verkenning uitgevoerd voor het onderhoud aan het rijkswegennet. Dit heeft geleid tot enkele verbetervoorstellen voor de huidige onderhoudspraktijk. Het ontwikkelde model voor afweging van kosten en baten is ook toepasbaar voor andere beheerders van (weg)infrastructuur. (Author/publisher)
Abstract