Bouwstenen voor een prestatiemonitor verkeershandhaving

Author(s)
Goldenbeld, Ch.; Aarts, L.T.
Year
In het kader van de uitwerking van de Strategische Nota Politieverkeerstaak wil de politie een monitoringsysteem gaan opzetten. Ze wil daarmee haar prestatie monitoren op het gebied van verkeersveiligheid en veiligheid in het verkeer, inclusief haar eigen daarvoor geformuleerde doelstellingen. Een prestatiemonitor brengt in beeld welke inspanningen zijn gepleegd en eventueel ook wat de uitkomsten daarvan zijn. De monitor dient de totale prestatie van de politie in beeld te brengen, dat wil zeggen: van reguliere politie, RVHT’s en KLPD gezamenlijk. Het uiteindelijke doel is dat de monitor kan worden ingezet als een managementinstrument waarmee de politie haar inspanningen kan aan- en bijsturen. De politie heeft de SWOV om een advies hierover gevraagd. Deze notitie gaat in op de gegevensbronnen die relevant kunnen zijn voor een prestatiemonitor en laat zien hoe een dergelijke monitor uitgewerkt kan worden. De notitie is geschreven vanuit de specifieke expertise van de SWOV over verkeersveiligheid en verkeershandhaving. Dat houdt in dat andere vormen van onveiligheid in verkeer, bijvoorbeeld milieuovertredingen, misdrijven en indicatoren daarvoor, niet besproken worden. Door de samenvoeging van een hiërarchisch beleidsmodel van verkeersveiligheid en een model over de werking van verkeershandhaving ontstaat een referentiekader voor een politiemonitor. Aan de hand van dit referentiekader worden verschillende bestaande gegevensbronnen tegen het licht gehouden. Daarbij wordt uiteengezet wat deze bronnen zeggen over de werkelijkheid, en dan in het bijzonder over het presteren van de politie. Verder gaat de notitie in op gegevens over politie-inzet en de effecten die deze inzet kan hebben op attituden, gedrag en verkeersveiligheid. Het rapport behandelt de relaties tussen prestatiemonitor en handhavingsbeleid, kwaliteit van handhaving en verkeersveiligheid. De SWOV ondersteunt het idee van een prestatiemonitor voor verkeershandhaving (en handhaving in het verkeer). Op basis van kennis over gegevens en prestatiemanagement heeft de SWOV een advies geformuleerd voor verkeershandhaving. Dit advies bestaat uit bouwstenen voor de verdere ontwikkeling van een prestatiemonitor. In het advies wordt onderscheid gemaakt tussen de mogelijkheden van de politie om zelf een prestatiemonitor op te bouwen en te gebruiken, en de waarde van aanvullende analyses door externe deskundige instanties. De SWOV adviseert de politie ten eerste om haar prestatiemonitor in te bedden in het geformuleerde beleid en de daarbij behorende beleidsdoelstellingen. Dat advies is mede gebaseerd op inzichten uit de wetenschappelijke literatuur over overheidsmanagement en prestatiemanagement. De beleidsdoelen en de theoretisch verwachte relaties tussen inspanningen en opbrengsten bepalen de opzet van de monitor. Vervolgens kan de informatie uit de monitor gebruikt worden om prestaties — en op langere termijn wellicht ook beleid — mee bij te sturen. De politie kan dus het best gegevens monitoren die het dichtst bij haar eigen werkprocessen staan en aansluiten bij de geformuleerde beleidsdoelen (in termen van inzet). Voor zover die beleidsdoelen ver afstaan van het eigen presteren (bijvoorbeeld vermindering van verkeersslachtoffers), moeten ze wel een aantoonbare relatie hebben met dit presteren. Gegevens over gecontroleerde voertuigen of personen, afgehandelde bekeuringen, daar waar nodig aangevuld met inzet in uren per regio, per handhavingsspeerpunt en zo mogelijk per type methode, komen voor een politiemonitor het meest in aanmerking. Hierbij adviseert de SWOV ook om stappen te ondernemen om de gezamenlijke inspanningen van de verschillende verkeershandhavers (reguliere politie, RVHT's en KLPD) zo veel mogelijk samen te voegen, zodat een beeld bestaat van de totale inzet. Daarnaast adviseert de SWOV om voldoende aandacht te hebben voor de kwaliteit van gegevens, de relatie van de prestatiemonitor met het uiteindelijk beoogde doel en de werkbaarheid als het gaat om regionale uitsplitsingen en maandelijkse beschikbaarheid. Dit alles is van belang om te weten welke conclusies op basis van de gebruikte gegevens getrokken mogen worden. Daarbij is het goed om te beseffen dat de samenhang van gegevens complex is en dat het interpreteren ervan een vak apart is. Zeker als het politieoptreden geen grote fluctuaties of verschillen over de tijd of tussen regio’s kent, is het niet zonder meer mogelijk een duidelijke relatie te leggen tussen de handhavingsinspanningen en verbeteringen in gedrag en verkeersveiligheid. Daarom adviseert de SWOV op dit terrein samenwerking met externe deskundigen te zoeken. Verdere uitwerking past in de inspanningen die de politie pleegt om de kwaliteit in stand te houden of zelfs te verbeteren.
Towards a performance monitor for traffic enforcement Within the framework of the elaboration of the Strategic Memorandum Police Traffic Duties, the police in the Netherlands intend to set up a monitoring system. It will be used for monitoring the police performance in the field of road safety and general safety in traffic, based on its own defined targets. A performance monitor will make clear which efforts have been made and, if possible, also what effects they have had. The monitor needs to show the overall police performance, meaning the total performance of the regular police force, the Regional Traffic Enforcement Teams (RVHTs) and the National Police Services Agency (KLPD). The ultimate goal is that the monitor can be used as a management instrument which can help the police in steering and adjusting its efforts. The police asked SWOV for its advice on this issue. The present memorandum discusses the data sources that may be relevant for a performance monitor. It also gives indications as to how such a monitor can be developed. The memorandum has been written on the basis of SWOV's specific expertise in the fields of road safety and traffic enforcement. This means that other types of unsafe traffic situations like environmental offences, crimes and related indicators will not be discussed. Combining a hierarchic policy model about road safety and a model about the functioning of traffic enforcement, results in a frame of reference for a police monitor. This frame of reference will be used to discuss different existing data sources and their usefulness for a performance monitor. This will result in a survey of what these sources state about the actual facts, and particularly about the police performance. Furthermore, the memorandum will discuss data about police effort and the effects this effort may have on attitudes, behaviour, and road safety. The report will discuss the relations between performance monitor and enforcement policy, quality of enforcement, and road safety. SWOV supports the idea of a performance monitor for traffic enforcement (and enforcement in traffic). Based on knowledge about data and performance management, SWOV has formulated an advice for traffic enforcement. This advice contains building blocks for further development of a performance monitor. The advice distinguishes between the possibilities for the police to develop a performance monitor itself, and the importance of supplementary analyses performed by external expert authorities. Firstly, SWOV advises the police to incorporate its performance monitor in the policy that has been formulated by the police and the related policy targets. This advice has partly been based on insights from scientific literature about public management and performance management. The policy targets and the theoretically expected relations between efforts and yields determine the monitor's design. The information from the monitor can then be used to adapt performance — and in the longer term possibly also policy. Therefore, the police are best advised to monitor data that are closest to their own work processes and are closely connected (in terms of effort) with the formulated policy targets. Where these policy targets are distant from the own performance (e.g. reduction of road casualties) they must have a demonstrable relation with this performance. Data about vehicles or persons that have been checked, about fines that have been settled, whenever necessary supplemented with the effort in hours for each region, for each main enforcement topic and if possible for each type of method, are most suitable to be used in a police monitor. In relation with this, SWOV advises to also take steps to put together the total efforts of the different traffic enforcement parties (regular police, RVHTs and KLPD) as much as possible to obtain an idea of the total effort. Secondly SWOV advises to pay sufficient attention to the quality of the data, to the relation of the performance monitor with the ultimately intended purpose, and to the workability of regional subdivisions and monthly availability. All this is of importance to know which conclusions may be drawn based on the data that is used. Here it should be taken into account that the relations between the data are complex and that their interpretation is a definite skill. Especially if the police enforcement does fluctuate much or differs much over time or between regions, a clear relation between enforcement efforts and improvements in behaviour or road safety is not easily established. SWOV therefore advises to seek cooperation in these areas with external experts. Further development fits within the police efforts to maintain or even improve quality.
Report number
R-2010-26
Pages
46 + 2
Publisher
SWOV, Leidschendam

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.