Abstract
Op verzoek van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) een studie van BAM Infra en Goudappel Coffeng naar de haalbaarheid van een nieuwe spoorlijn van Breda naar Utrecht tegen het licht gehouden. De belangrijkste conclusie in de notitie van het KiM is dat het aantal reizigers dat in de toekomst van de nieuwe spoorlijn gebruik gaat maken tot 40 procent lager kan liggen dan in de vervoerwaardestudie is berekend. Het verschil in inzicht tussen BAM Infra/Goudappel Coffeng en het KiM zit vooral in de zogeheten distributie-effecten: de mate waarin reizigers hun aktiviteiten straks gaan verschuiven naar plaatsen binnen het bereik van de nieuwe spoorlijn. (Author/publisher)