Communicatie over gewenst gedrag bij naderende voorrangsvoertuigen : inhoudelijke adviezen aan weggebruikers en een implementatievoorstel voor de communicatie over deze adviezen.

Author(s)
Groenewegen-ter Morsche, K. & Oberijé, N.
Year
Abstract

Uit eerder onderzoek is gebleken dat bestuurders van voorrangsvoertuigen regelmatig geconfronteerd worden met gedrag van weggebruikers, dat afwijkt van het door hen gewenste of verwachte gedrag. Automobilisten blijken niet goed te weten wat ze moeten doen als er een voorrangsvoertuig nadert en vinden het met name in de bebouwde kom en op kruisingen lastig een voorrangsvoertuig voor te laten gaan. Bovendien brengen zij zichzelf soms in gevaar door hun reactie op het naderende voorrangsvoertuig. Hierdoor komt de verkeersveiligheid en een snelle aanrijdtijd van het voorrangsvoertuig in bepaalde gevallen in het geding. Uit een enquête2 onder ruim 2000 automobilisten bleek vervolgens dat 90% van de ondervraagde automobilisten behoefte heeft aan voorlichting over hoe te handelen bij naderende voorrangsvoertuigen. Tenslotte is uit praktijkonderzoek uitgevoerd in een rijsimulator3 gebleken dat het geven van gedragsadviezen aan automobilisten zeer effectief is voor het bevorderen van de doorstroming van het voorrangsvoertuig en de verkeersveiligheid. Het Facilitair Dienstencentrum (voorheen Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding) heeft daarom binnen het project ‘Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen’ opdracht gegeven om gedragsadviezen op te stellen die de weggebruikers en met name de bestuurders van gemotoriseerde voertuigen een handelingsperspectief bieden bij een confrontatie met voorrangsvoertuigen (deel A van dit document), alsmede om een plan te maken voor de implementatie van deze gedragsadviezen (deel B van dit document). Gedragsadviezen In 2012 is door een werkgroep van onder andere bestuurders van voorrangsvoertuigen én de opleiders van deze bestuurders vastgesteld wat het gewenste gedrag van automobilisten zou zijn voor bestuurders van voorrangsvoertuigen. Deze inhoudelijke adviezen zijn door communicatie- en gedragsdeskundigen bekeken en in deel A van dit document waar nodig vormtechnisch aangepast aan de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van communicatie en gedrag. Zo is het voor de inhoud van de boodschap belangrijk dat doelgedrag beschreven wordt in plaats van probleemgedrag (goede voorbeeld) en dat er zo concreet mogelijk beschreven wordt wat men in een bepaalde situatie het beste kan doen. Bij de vorm van de boodschap moet er onder andere rekening gehouden worden met het aanbieden van een beperkte hoeveelheid informatie per keer. Er is een onderscheid gemaakt tussen informerende adviezen en adviezen die gedrag dienen te beïnvloeden: Het belangrijkste informerende advies is het feit dat het voorrangsvoertuig in principe zelf zijn weg zoekt en de weggebruiker alleen als dat niet kan, zelf een veilige oplossing kiest. De belangrijkste gedragsbeïnvloedende boodschap is: “Als ik een voorrangsvoertuig tegen kom, dan blijf ik kalm en rustig”. Bij de gedragsbeïnvloedende boodschap is gebruik gemaakt van een zogenaamde ‘implementatie intentie’. Deze “als.... dan...” constructie zorgt ervoor dat het gewenste gedrag automatisch geactiveerd wordt op de momenten dat dit nodig is en dat mensen daadwerkelijk rustiger worden. Implementatieplan In deel B van dit document is een implementatieplan opgenomen om te bereiken dat de weggebruiker op een zodanige manier op de hoogte wordt gesteld van de gedragsadviezen, dat deze ook daadwerkelijk worden opgevolgd. Daarbij is de boodschap hetzelfde voor de doelgroepen, maar er wordt wel onderscheid gemaakt in doelgroepen (beginnende bestuurders, ervaren bestuurders, oudere bestuurders en beroepsbestuurders) zodat gebruik gemaakt kan worden van de bestaande middelen om deze groepen te bereiken. De doelgroep beroepsbestuurders heeft hierbij een lagere prioriteit dan de overige doelgroepen. Bij de implementatie is onderscheid gemaakt in middelen voor de overdracht van informatie en middelen voor het inslijten van informatie. Deze middelen zijn aanvullend ten opzichte van elkaar en zorgen ervoor dat de doelgroep: op de hoogte wordt gebracht van wat het gewenste gedrag is in de gelegenheid wordt gesteld zich deze kennis eigen te maken en toe te passen. Het kenniscentrum voorrangsvoertuigen zet in op het faciliteren bij de implementatie van de opgestelde gedragsadviezen door middel van: het opleveren van een informatiepakket inclusief website en waar mogelijk een serious game het aanleveren van kennis voor aanpassing van de rijopleiding in theorie-examen, lesstof en instructie van rijinstructeurs. De daadwerkelijke implementatie van de informatie naar de weggebruiker zal door partners op het gebied van verkeersveiligheid moeten gebeuren. Tot slot moet opgemerkt worden, dat de opgestelde adviezen zeer zorgvuldig zijn gekozen en verwoord om het effect op gedrag te optimaliseren. Ondanks deze zorgvuldigheid zijn deze gedragsadviezen nog nooit op een dergelijke manier toegepast in de situaties waarin ze ingezet gaan worden. Het is cruciaal om de gedragseffecten van de interventies te meten, voordat deze massaal uitgezet worden. Aanbevolen wordt een regionale pilot en pretest uit te voeren voordat de gedragsadviezen op landelijk niveau worden uitgerold. (Author/publisher)

Publication

Library number
20150522 ST [electronic version only]
Source

Arnhem, Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), 2014, 18 p., 17 ref.

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.