Het maken van toekomstprognoses gaat steeds beter. Dit komt doordat er beter zicht is op ontwikkelingen en doordat er meer wetenschappelijke kennis over verkeer en vervoer beschikbaar is gekomen, onderzoeksmodellen zijn verbeterd en is het dankzij de computer veel gemakkelijker om ingewikkelde berekeningen uit te voeren. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat het maken van prognoses geen exacte wetenschap is. Uiteindelijk kán een prognose niet exact kloppen en hóéft deze ook niet exact te kloppen. De richting en orde van grootte van ontwikkeling moeten goed geschat worden, en deze ontwikkeling moet in verschillende scenario’s of met een flinke bandbreedte weergegeven worden en in relatie te worden gebracht met de gehanteerde scenarioveronderstellingen. Zo kunnen beleidsmakers verantwoorde beleidsbeslissingen nemen, waarbij zij rekening kunnen houden met onvermijdelijke toekomstonzekerheid. Het is daarbij belangrijk dat scenariomakers duidelijk zijn over wat zij hebben verondersteld over het overheidsbeleid in de prognoses. In dit rapport zijn tweeënveertig toekomstprognoses voor verkeer en vervoer geanalyseerd uit de periode 1970 - 2000. Het gaat om brede langetermijnprognoses die uitgaan van beleid zonder al te grote wijzigingen. Deze scenario’s voor verkeer en vervoer hebben hun beoogde signaleringsrol redelijk vervuld, vooral scenario’s uit de jaren tachtig en negentig. Ook deze prognoses zitten er wel eens naast, maar in het algemeen zijn ontwikkelingen goed ingeschat. (Author/publisher) English title: The history of the future: analysis of traffic and transport scenarios. English abstract: Developing future scenarios continues to improve, owing to the following factors: improved insights into future developments; greater availability of scientific knowledge about traffic and transport; improved research models; and enhanced computing power, which makes it easier to conduct complex calculations. However, we must also state that forecasting is not an exact science. Ultimately, scenarios might not be wholly exact, nor must they be. The direction and order of magnitude of developments must be well estimated, and these developments, as revealed in the various scenarios or with large bandwidths, must be reproduced and presented in relation to the given scenario assumptions. Policymakers are then able to take responsible and informed policy decisions, in which they can also take into account the inevitable future uncertainties. It is therefore crucial that scenario-makers clearly express what they have proposed in their forcasts regarding governmental policy. In this report, forty-two scenarios for future traffic and transport developments in the Netherlands were analysed covering the period 1970 to 2000. At issue were the broad, long-term forcasts that assume no major policy changes. The traffic and transport scenarios were reasonably effective in indicating problems, especially in those scenarios dating from the 1980s and 1990s. Some of these forcasts were indeed flawed, but generally they accurately estimated the developments. (Author/publisher)
Abstract