Abstract
In dit rapport wordt het effect nagegaan van snelheidsbeprekingen. Principe is dat snelheidsbeperkingen alleen dan enige zin hebben als uit de omstandigheden blijkt dat deze beperking ook logisch ligt (een snelheidsbeperking van 30 km. wegens gladde wegen doet ongeloofwaardig aan als het 25 Gr. C. in de schaduw). Wat in dit rapport in het bijzonder wordt bekeken is de invloed die snelheidsbeperking en dichtheid van de stroom overstekende voetgangers hebben op de naderingssnelheid van voertuigen van oversteekplaatsen. De vraag is of verkeersborden hiervoor alleen voldoende zijn. De borden moeten wel zinvol zijn, anders zijn het scheppers van overtredingen.