Doortochten in Vlaanderen : een risicoanalyse op basis van weg- en omgevingskenmerken.

Author(s)
Hout K. van Hermans, E. Nuyts, E. & Brijs, T.
Year
Abstract

This report is the second of a 3 report cycle concerning traffic safety in the built-up environment. The first report was a literature review in which the influence of several infrastructure characteristics on traffic safety in the built-up environment was studied. In this study a risk analysis is made for throughroads in relation to certain elements of the cross section. A next report will study traffic safety applied on a throughroad as a whole. The data used in this study come from some inventories made in 2000 for some other projects. The database contains a large amount of road segments spread all over the Flanders Region. Accidents from 1996 till 2001 are used. The study aims at determining the impact of specific characteristics of traffic, road and surroundings, which are readily available, on traffic safety. This is done in a cross sectional study. The result will be a number of models that give the number of accidents (total number as well as number of accidents with bicyclists or mopeds) related to traffic intensities and road and surrounding characteristics. Within the statistical software package SAS models are built, by means of the procedure GENMOD, that give the number of accidents and the number of accidents with bicyclists (or mopeds) as a function of vehicle intensity, bicycle (+moped) intensity (only for accidents concerning bicyclists or mopeds), vehicle and bicycle (+moped) intensity and lastly vehicle and bicycle (+moped) intensity as well as road and surrounding characteristics. All models are based on the same basic dataset, no division is made between road or accident type (unless for accidents with bicyclists or mopeds). Additionally, the existence of different groups of road segments within the data is checked by means of latent class analysis. This seems to be the case only to a limited extent. A fairly small group of segments is characterized by a significantly larger number of accidents. These road segments therefore deserve some extra attention. Anyway, the differences with the models derived earlier are limited. The models explain the variance in number of accidents for existing road segments. The connections found aren’t necessarily causal. The models are therefore not suitable to predict changes in the number of accidents following a street renovation. The models can be used for estimating the number of accidents in relation to intensities, road and surrounding characteristics. As such they are useful in the creation of a comparison group in Before-After studies and for the detection of dangerous zones. The results show that the connection between vehicle intensity and the number of accidents isn’t as easy as usually supposed. For large vehicle intensities the number of accidents is flattened down. The number of bicycle (=moped) accidents grows as expected with a growing number of bicyclists and mopeds. Apart from the traffic intensities, road characteristics like the number of lanes, the presence of foot and bike paths or parking lanes, amongst others, but also surrounding characteristics as building density, morfological location type and the presence of certain functions along the road influence traffic safety. Interpretation of the coefficients of the different explaining variables however is complicated by the probable presence of correlations between the variables. The impact of road and surrounding characteristics differs according the road users involved and the location of the accidents. Some variables influence stronger the crossroad accidents, while other variables have a stronger impact on road segment accidents. A striking difference exists in the expected number of bicycle accidents on roads with bicycle paths for both directions on one side of the road and roads with one way bicycle paths on both sides. Cyclists are more at risk on two way cycle paths compared to one way cycle paths. (Author/publisher) Nederlandse samenvatting: Dit rapport is het tweede in een reeks van 3 rapporten rond verkeersveiligheid in de bebouwde omgeving. In een eerste rapport werd aan de hand van een literatuurstudie de invloed van verschillende infrastructuurkenmerken op de verkeersveiligheid in de bebouwde omgeving nagegaan. In dit rapport wordt aan de hand van Vlaamse cijfers een risicoanalyse gemaakt van de doortochten op basis van de elementen uit het dwarsprofiel. Een volgend rapport vertrekt van de doortocht als geheel voor de risicoanalyse. De data die gebruikt werden voor dit onderzoek, zijn afkomstig van een aantal inventarisaties die in 2000 uitgevoerd werden voor andere projecten. Het databestand bevat een groot aantal wegsegmenten, verdeeld over gans Vlaanderen. De ongevallen van 1996 tot en met 2001 werden gebruikt. Het doel van de studie is om op basis van beschikbare gegevens na te gaan wat de impact is van specifieke kenmerken van verkeer, weg en omgeving op de onveiligheid. Dit gebeurt op basis van een cross-sectionele studie. Het resultaat van de studie zal bestaan uit een aantal modellen die voor de Vlaamse doortochten het aantal ongevallen geeft in functie van verkeersintensiteiten en weg- en omgevingskenmerken. Hetzelfde gebeurt ook voor de ongevallen waarbij een (brom)fietser is betrokken. Binnen SAS zijn, met behulp van de procedure GENMOD, modellen opgebouwd die het aantal ongevallen en het aantal ongevallen met (brom)fietsers geven in functie van de voertuigintensiteit, (brom)fietsintensiteit (enkel voor ongevallen met (brom)fietsers), voertuig- en (brom)fietsintensiteit en tenslotte ook voertuig-, (brom)fietsintensiteit en weg- en omgevingskenmerken. Alle modellen vertrekken van het ganse basisbestand, er is geen opsplitsing gemaakt naar wegtype of ongevaltype (tenzij voor ongevallen met (brom)fietsers). Aanvullend is met behulp van latente-klassenanalyse nagegaan of er verschillende klassen binnen de gebruikte wegsegmenten terug te vinden zijn. Dit blijkt slechts in beperkte mate zo te zijn. Slechts een kleine groep wegsegmenten heeft een significant hoger aantal ongevallen. Deze wegsegmenten verdienen dan ook extra aandacht. De verschillen met de eerder bekomen ongevallenmodellen zijn hoe dan ook beperkt. De modellen verklaren de variatie in het aantal ongevallen voor bestaande wegsegmenten. De gevonden verbanden hoeven echter niet causaal te zijn. De modellen zijn dan ook niet geschikt om veranderingen in het aantal ongevallen te voorspellen ten gevolge van een herinrichting van straten. Ze kunnen wel gebruikt worden om een schatting te maken van het verwachte aantal ongevallen op basis van intensiteiten en weg- en omgevingskenmerken. Als dusdanig zijn ze nuttig voor het opbouwen een vergelijkingsgroep in Voor-Na studies en bij de detectie van gevaarlijke zones. Uit de resultaten blijkt dat het verband tussen voertuigintensiteit en aantal ongevallen niet zo eenvoudig lijkt als meestal wordt gesteld. Voor grote voertuigintensiteiten merken we immers een sterke afvlakking van het aantal ongevallen. Het aantal ongevallen met (brom)fietsers neemt zoals verwacht toe met een toenemend aantal (brom)fietsers. Naast de verkeersintensiteiten spelen ook wegkenmerken zoals het aantal rijstroken, de aanwezigheid van voet- en fietspaden of parkeerstroken, en omgevingskenmerken zoals bebouwingsdichtheid, morfologisch inplantingstype, aanwezigheid van de komgrens en de aanwezige functies een rol bij de verkeersveiligheid. De interpretatie van de coëfficiënten bij de verschillende verklarende variabelen wordt wel bemoeilijkt door de vermoedelijke aanwezigheid van correlaties tussen de variabelen. De impact van de weg- en omgevingskenmerken verschilt naargelang de aard van de betrokkenen of de locatie van de ongevallen. Sommige variabelen hebben immers een veel belangrijkere impact op kruispuntongevallen, andere op wegvakongevallen. Opvallend is het grote verschil in verwacht aantal fietsongevallen op wegen met dubbelrichtingsfietspaden in vergelijking tot wegen met tweezijdige enkelrichtingsfietspaden. Fietsers lopen immers een veel groter op dubbelrichtingsfietspaden dan op tweezijdige enkelrichtingsfietspaden. (Author/publisher) The report is available at: http://www.steunpuntverkeersveiligheid.be/nl/modules/publications/store…

Request publication

6 + 0 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
C 33841 [electronic version only]
Source

Diepenbeek, Steunpunt Verkeersveiligheid, 2005, 108 p., 34 ref.; Rapportnummer RA-2005-74

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.