De Regio Twente is één van de 19 regio's in Nederland die van het Rijk de taak hebben gekregen het verkeersveiligheidsbeleid te coördineren en te regisseren. Beleid en uitvoering kunnen namelijk beter op het regionale niveau plaatsvinden, dicht bij de betrokken wegbeheerders en bevolking. Om de verkeersveiligheid in Twente efficiënt te kunnen coördineren en regisseren zijn de gemeenten in Twente verdeeld over drie zogenaamde RUP-gebieden (Regionale Uitvoeringsprogramma's-gebieden): - RUP West-Twente; - RUP Noord-Oost-Twente; - RUP Zuid-Twente. Samen met alle partijen die zich inzetten ter verbetering van de verkeersveiligheid in Twente wordt per RUP-gebied bepaald welke projecten en maatregelen de komende tijd worden uitgevoerd. De Regio Twente is verantwoordelijk voor het beleid, de coördinatie en de inzet van de beschikbare subsidies. De gemeenten en andere wegbeheerders blijven verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. In Twente en de rest van Overijssel loopt het RUP-proces nu circa 5 jaar. Na dit lustrum is de vraag gesteld: hoe staan we er in Twente voor, hoever zijn we en wat hebben we al bereikt? Om inzicht te krijgen in het antwoord op deze vraag heeft de Regio Twente aan Goudappel Coffeng BV gevraagd te onderzoeken wat het RUP heeft opgeleverd aan samenwerking. Twee doelen zijn hierbij van belang: - Inhoudelijke doelen: reduceren van het aantal verkeersslachtoffers, maar ook opstellen van regionale uitvoeringsprogramma’s op het gebied van infrastructuur, voorlichting, educatie en handhaving. - Regionale afstemmingsprocessen, die de samenwerking tussen de wegbeheerders en met de belangengroepen en instanties bevorderen. Na het inleidende hoofdstuk 1, wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het samenwerkingsproces. Hoofdstuk 3 staat stil bij het instellen en inrichten van 60-km/h-gebieden; in Zuid-Twente is hier op bescheiden schaal een overzicht gemaakt van uitgevoerde projecten en de voorlopige voorkeursoplossing. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van de ongevallenanalyse voor alle 60 km/h-gebieden in heel Twente gepresenteerd. De rapportage wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 5. (Author/publisher)
Abstract