Het is bekend dat autorijden voor 90% een visuele taak is. Omdat er in een wegomgeving zoveel informatie beschikbaar is, is het van groot belang dat de weggebruiker op het juiste moment de relevante informatie waarneemt. Dit betekent dat de weggebruiker op het juiste moment naar de relevante informatie moet kijken en deze informatie ook daadwerkelijk dient te verwerken. DE auteur heeft studies uitgevoerd naar de manier waarop automobilisten in de verkeersomgeving rondkijken, hoe dit gestuurd wordt door verwachtingen. Dit heeft ze ondermeer gedaan door mensen in een rijsimulator te laten rijden met oogbewegingsregistratie-apparatuur, verwachtingen te laten opbouwen en dan bepaalde verkeerssituaties te wijzigen. Ook heeft de auteur gewerkt met videofilmpjes van wegomgevingen en heeft ze proefpersonen laten rijden in een meetauto op de openbare weg. Martens vond dat wanneer men in een omgeving bekend raakt men steeds korter naar verkeersborden gaat kijken. Daarbij kijkt men dan zo kort dat veranderingen vaak niet meer ‘doordringen’. Men kijkt wel, maar de verwachtingen zijn zo sturend dat men als het ware ziet wat men verwacht en niet wat er echt te zien is. Deze bevindingen zijn van direct belang voor de verkeersveiligheid. (Author/publisher)
Abstract