Er worden maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid genomen door vele en vaak autonome instanties op Rijks, Provinciaal en Gemeentelijk niveau. Deze instanties worden geadviseerd door commissies, waarin vaak wegbeheerders, politiefunctionarissen, artsen, psychologen, maar ook vertegenwoordigers van groepen welke specifieke belangen hebben, die soms buiten het gebied van de verkeersveiligheid vallen, zitting hebben. De in deze commissies naar voren gebrachte argumenten berusten meestal niet op objectieve gegevens, maar op feeling, subjectieve ervaring en soortgelijke gevoelsmatige overwegingen. In het algemeen wordt de waarde van kwantitatieve gegevens in deze commissies niet erg goed begrepen. Een enkele saillante beschrijving van een ongeval of van onveilig gedrag kan vaak aanleiding geven tot generalisatie
Abstract