Gebruik van beveiligingsmiddelen voor kinderen in de wagen : observaties in Vlaanderen.

Author(s)
Vesentini, L. & Willems, B.
Year
Abstract

To reduce the amount of (fataly) injured children, it is important that children use appropriate child restraint systems. It is proved that child restraint systems are effective in preventing death and injury of children. Though, the effectiveness is reduced by incorrect use, premature graduation, et cetera. In the past restraint use of children in Belgium is observed, but these studies are not capable of showing the number of children using the appropriate restraint according to age, weight and length nor the number of children who are putting the shoulder belt behind the back or arm. As mentioned before, this is important to know because premature graduation and putting the shoulder belt behind the back or arm increases the risk of injury. Therefore 1376 children from 780 cars are observed at 30 different locations (schools and recreation). Restraint use of children is noted as well as the child restraint system used. Incorrect use of the shoulder belt is observed and the seating position. Then seat belt use of the driver is determined. Finally, the driver is asked the age, weight and length of the children as well as the duration of the ride. Restraint use of children increases when the driver buckled up, the ride is less then one hour, the children are younger, the children are in front of the car, a recreation area is the destination and there are less then 5 children in the car. Furthermore this studies shows that almost 37% of the children is not restrained and of the children who are restrained, half of the children are prematurely taken out of the appropriate restraint system. The shoulder belt is put behind the back or arm by 21.12% of the children. The risk of incorrectly use of the shoulder belt increases when children use not the appropriate restraint according to age, weight and length. Especially the age group of 7 to 9 years old are often unrestrained or inappropriately restrained. It is not possible to determine the effect of the number of occupants on restraint use, because only the number of child passengers is known. It is recommended to adjust the criteria of child restraint systems. Length should be a criterion. Especially the appropriate maximum length of rearward-facing restraints/minimum length of forward facing restraints and the maximum length of booster seats/minimum length of seat belt needs more clarification. It is also recommended to follow the EU-guideline 2003/20/EG, which will lead to more consistency between recommendations and law. Because a lot of children use not the appropriate restraint, it is important for campaigns to focus on this, especially 7 to 9 year olds. Campaigns should also point out that children always have to use restraints, regardless the destination of the ride. The fact is, restraint use is lower when driving to school in comparison to drives to recreation areas. (Author/publisher) Nederlandse samenvatting: Om het aantal (dodelijk) gewonde kinderen in het verkeer te verminderen is het belangrijk dat kinderen in geschikte beveiligingsmiddelen worden vervoerd. Het is bewezen dat deze beveiligingsmiddelen effectief zijn in het voorkomen van dood en letsels bij kinderen. De effectiviteit wordt echter wel verminderd bij o.a. incorrect gebruik en gebruik van een niet geschikt beveiligingsmiddel. In het verleden is in België reeds bepaald in welke mate kinderen worden beveiligd, maar deze onderzoeken kunnen niet in kaart brengen hoeveel kinderen worden vastgemaakt met beveiligingsmiddelen conform hun leeftijd, gewicht en lengte. Ook kan uit deze onderzoeken niet worden afgeleid hoe vaak de schoudergordel onder de arm of achter de rug wordt geplaatst. Zoals reeds aangehaald is dit echter wel belangrijk om te weten, want gebruik van een niet geschikt beveiligingsmiddel en/of de schoudergordel onder de arm of achter de rug plaatsen verhoogt het risico op letsel. Daarom zijn, uit 780 auto’s, in totaal 1376 kinderen geobserveerd op 30 verschillende locaties (deel bij scholen, deels bij recreatiegebieden). Bij de observatie is genoteerd of kinderen beveiligd worden vervoerd en zo ja, met welk type beveiligingsmiddel. Eveneens heeft men gekeken of de schoudergordel van het kind onder de arm of achter de rug is geplaatst. Ook de positie van het kind in de wagen (voorin of achterin) is vastgesteld. Vervolgens is ook de gordeldracht van de bestuurder geobserveerd. Tot slot, na/tijdens het observeren, is de bestuurder aangesproken en gevraagd naar de leeftijd, lengte en gewicht van het kind en naar de duur van de rit. Kinderen worden meer beveiligd indien de bestuurder ook beveiligd is, de rit minder dan een uur lang is, de kinderen jonger zijn, de kinderen voorin zitten, naar een recreatiegebied gereden wordt en indien er minder dan 5 kinderen in de auto zitten. Tevens komt naar voren dat bijna 37% van de kinderen tussen 0 en 12 jaar los in de wagen wordt vervoerd en meer dan de helft van de kinderen die wel beveiligd zijn, wordt met een ongeschikt beveiligingsmiddel vervoerd! Door 21.12% van de kinderen wordt de schoudergordel onder de arm of achter de rug geplaatst. De schoudergordel wordt meer fout gedragen als kinderen niet op het geschikte beveiligingsmiddel zitten volgens leeftijd, gewicht of lengte. Vooral de leeftijdsgroep van 7 tot 9 jarigen presteren slecht op mate van beveiliging alsook op ongeschikt gebruik op basis van leeftijd, gewicht en lengte. Op basis van dit onderzoek kan niet bepaald worden of het aantal inzittenden in de auto van invloed is op de beveiliging van het kind, daar enkel het aantal kinderen in de auto bekend is. Er wordt aanbevolen om de criteria voor het gebruik van beveiligingsmiddelen aan te passen. Lengte dient mee opgenomen te worden in de criteria. Meer duidelijkheid is echter nodig om de juiste lengtecriteria vast te stellen, met name een maximumlengte voor het achterwaarts kinderzitje/minimumlengte voor het voorwaarts kinderzitje en een maximumlengte voor het verhogingskussen/minimumlengte voor de gordel. Tevens wordt aanbevolen de EU richtlijn 2003/20/EG te volgen, waardoor er ook meer consistentie bestaat tussen aanbeveling en wetgeving. Omdat veel kinderen met een ongeschikt beveiligingsmiddel worden vervoerd, is het belangrijk dat voorlichtingscampagnes zich hier op richten. Vooral 7 tot 9 jarigen verdienen hierbij extra aandacht. Ook dienen deze aan te geven dat kinderen altijd beveiligd dienen te worden, ongeacht het doel van de verplaatsing. Kinderen worden namelijk minder beveiligd bij verplaatsingen naar school dan bij recreatieve verplaatsingen. (Author/publisher) The report is available at: http://www.steunpuntverkeersveiligheid.be/nl/modules/publications/store…

Request publication

1 + 0 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
C 35833 [electronic version only]
Source

Diepenbeek, Steunpunt Verkeersveiligheid, 2006, 47 p., 37 ref.; Rapportnummer RA-2006-82

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.