In some respects planners can learn from toddlers. Watch for example how they play with wooden trains and houses (made by BRIO). Off their own bat they integrate the rails, stations and houses without any form of instruction or cooperation. In real life this is a process that often goes awry. We illustrate how to learn from these toddlers’ behaviour, using some case studies from day to day practice. These examples teach us, amongst other things, how important it is for town and country planners and transport operators to cooperate, right from the initial stages of a project. Don’t start for example by planning the housing estates only to find out later that a potential station can only be sited quite far away. Examine too, from the point of view of integrated spatial and transport planning, before such a station is added to the map, what the best spot for it is. Check out whether a station at that spot fits in the physical space available, and that the planned train service to it can be integrated in the line’s existing timetable. Spatial planning also has a role to play in the optimisation of the rail service provided. Make sure you spread passengers evenly by direction of travel, and over the day, by careful attention to the type and volume of the planned spatial functions. We must get to grips with using the know-how and expertise gained to optimise both procedures and content. An important step is to share expertise and interests. To stimulate this we have developed two simple instruments, now been applied for the first time, and which are discussed in this paper. (Author/publisher) Nederlands abstract: In sommige opzichten kunnen wij als vervoerplanologen nog leren van kleuters. Kijk maar eens naar kleuters die met een houten trein en huisjes (merk BRIO) spelen. Ongemerkt en zonder veel overleg komen ze tot een integrale ontwikkeling van rails, stations en woningbouw. Iets dat in de praktijk lang niet altijd goed gaat. Met enkele praktijkvoorbeelden wordt geïllustreerd in welk opzicht we kunnen leren van het handelen van deze kleuters. De voorbeelden leren ondermeer dat het van belang is om als ruimtelijk ordenaar en vervoerder van begin af aan samen te werken. Plan bijvoorbeeld niet eerst de huizen, om vervolgens te ontdekken dat een mogelijk station wel erg ver van de geplande nieuwbouw ligt. Bekijk ook integraal, voordat het station wordt ingetekend op de kaart, wat vanuit stedenbouwkundig en vervoerskundig oogpunt de gewenste plek is voor een station. En onderzoek daarbij of een station op die plek wel fysiek en logistiek inpasbaar is. Ook kan middels ruimtelijke ordening gestuurd worden in de benutting en exploitatie van het treinsysteem. Probeer de verdeling van de reizigers over tijd en richting zo goed mogelijk in evenwicht te brengen door te sturen in type en omvang van de ruimtelijke functies. Met deze en andere leermomenten over proces en inhoud, moeten we in de praktijk aan de slag. Een belangrijke stap is het delen van kennis en belangen. Om dit te stimuleren zijn een tweetal eenvoudige instrumenten ontwikkeld die nu voor het eerst worden toegepast en in dit paper nader worden toegelicht. (Author/publisher)
Abstract