Het inschatten van de eigen vaardigheid van jongeren in het kader van een bijkomende rijopleiding : theoretische omkadering en empirische studie.

Author(s)
Willems, B. & Cuyvers, R.
Year
Abstract

To describe the problems of young, inexperienced drivers in traffic this study uses a conceptual framework that on the one hand differentiates between four hierarchical levels of driver behaviour (‘vehicle manoeuvring’, ‘mastering traffic situations’, ‘goals and context of driving’ en ‘goals for life and skills for living’) and on the other hand differentiates between the three domains: basic knowledge and skills, risk-increasing factors and self-evaluation. All behavioural measures for improving traffic safety (with respect to young inexperienced car drivers) can be compared by means of this representation. Because the basic driver training only covers the lower levels in this hierarchical model (while the other levels are important as well) a post-license driver training was developed. Within this additional driver training attention is given to the higher levels in the hierarchy. However, also skills and knowledge concerning risk-factors and selfevaluation can be covered within this additional driver training. Within the context of a post-license driver training and in collaboration with the Province of Limburg, 437 young people were questioned before and after their participation to the course. This study tried to give answers to three research questions: 1. What were according to these young people the reasons for the higher accident involvement of young inexperienced drivers? 2. Why did they follow the post-license driver training? 3. How do they estimate their own skills and how is it influenced by the post-license driver training? The study showed in the first place that a lot of factors of risk were not recognised as such by the respondents. Moreover, these judgements were highly dependent on the sex of the respondent. Within a post-license driver training additional attention could be given to these underestimated factors of risk. Second, there were sex differences with regard to the motivations to participate to the post-license driver training. Men were emphasizing the fact that they liked to be busy with cars while women were more motivated by the safety of others and feelings of uncertainty. The sex differences found in this study motivate a differentiated approach when recommending a post-license training. Finally, this study showed that subjective skills are influenced by the post–license training as well. Moreover these estimates of subjective skills were influenced by other factors like sex, driving experience and mode of transport (driving the own vehicle or not). This information emphasizes that it is dangerous for evaluation studies to be based only upon indirect indicators of safe traffic behaviour only (for example improvement in objective driving skill as the only safety indicator). This study shows that both objective and subjective skills should be measured in order to predict future behaviour in traffic. (Author/publisher) Nederlandse samenvatting: Om in te gaan op de problemen die jonge onervaren bestuurders ondervinden in het verkeer wordt in deze studie gebruik gemaakt van een conceptueel kader dat enerzijds vier hiërarchische gedragsniveaus onderscheidt (‘controleren van de wagen’, ‘beheersen van verkeerssituaties’, ‘doelen en context van de verplaatsing’, en ‘globale levensdoelen’). Anderzijds worden er drie domeinen omschreven die op afzonderlijke aspecten van deze problemen ingaan: basisvaardigheden en basiskennis, kennis en vaardigheden betreffende de risicofactoren, vaardigheden met betrekking tot zelf-evaluatie. Alle gedragsmaatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid (wat betreft de jonge onervaren bestuurders van een wagen) kunnen aan de hand van dit representatieschema met elkaar vergeleken worden. Omdat de basisrijopleiding zich slechts op een beperkt aantal velden richt binnen dit conceptueel kader (terwijl ook de andere velden van belang blijken te zijn) werd de bijkomende rijopleiding uitgewerkt. In deze bijkomende rijopleiding kunnen ook de aspecten die op de hogere niveaus aan bod komen aangeleerd en geoefend worden. Ook kan er in deze context ingegaan worden op kennis en vaardigheden met betrekking tot risicofactoren en zelf-evaluatie. In het kader van een bijkomende rijopleiding werden in samenwerking met Provincie Limburg 437 jongeren ondervraagd over hun deelname. Dit gebeurde zowel voor als na het volgen van de bijkomende rijopleiding. Het onderzoek trachtte een antwoord te formuleren op drie onderzoeksvragen: 1. Wat is volgens deze jongeren de reden van het feit dat onervaren bestuurders meer betrokken zijn bij verkeersongevallen? 2. Waarom volgen deze jongeren een bijkomende rijopleiding? 3. Hoe schatten ze zelf hun eigen vaardigheden in om met gevaarlijke situaties om te kunnen en hoe wordt deze schatting beïnvloed door het volgen van een bijkomende rijopleiding? Uit het onderzoek bleek ten eerste dat er heel wat risicofactoren zijn voor verkeersongevallen die niet als zodanig door de respondenten herkend werden. Bovendien waren deze oordelen afhankelijk van het geslacht van de ondervraagde. Binnen de bijkomende rijopleiding zou extra aandacht naar deze onderschatte risicofactoren kunnen uitgaan. Ten tweede bleek dat er ook geslachtsverschillen waren in de motivaties om deel te nemen aan de bijkomende rijopleiding. Mannen benadrukten meer het feit dat ze graag met de auto bezig waren terwijl vrouwen meer gemotiveerd werden door de veiligheid van anderen en gevoelens van onzekerheid. De gevonden geslachtsverschillen motiveren een gedifferentieerde aanpak om het volgen van bijkomende rijopleidingen aan te bevelen. Ten slotte gaf de studie aan dat ook de subjectieve vaardigheid door het volgen van de bijkomende rijopleiding beïnvloed werd. Bovendien hing deze invloed af van andere variabelen zoals het geslacht, de rijervaring en het feit of men al dan niet meestal met de eigen wagen reed. Deze informatie wijst op het gevaar om evaluatiestudies enkel te baseren op indirecte verkeersveiligheidindicatoren zoals bijvoorbeeld een verbetering in objectieve rijvaardigheden. Deze studie geeft aan dat zowel objectieve als subjectieve vaardigheden mee in rekening moeten gebracht worden om voorspellingen te kunnen maken wat betreft een veiliger gedrag in het verkeer. (Author/publisher) The report is available at: http://www.steunpuntverkeersveiligheid.be/nl/modules/publications/store…

Request publication

5 + 8 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
C 34702 [electronic version only]
Source

Diepenbeek, Steunpunt Verkeersveiligheid, 2005, 56 p., 24 ref.; Rapportnummer RA-2005-56

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.