De norm geeft de procedure voor het meten van de verlichtingssterkte (E) de luminantie (L) en de diffuse-reflectiefactoren van oppervlakken. De norm geeft eisen voor de inhoud van de meetopdracht en het meetrapport. Tevens geeft de norm eisen voor de meetapparatuur en de hulpmiddelen, noodzakelijk voor het uitvoeren van de metingen van voornoemde lichttechnische grootheden. De te meten grootheden kunnen tevens nodig zijn voor bepalen van onder meer de nuttige lichtstroom, de gemiddelde verlichtingssterkte op een oppervlak, het verlichtingsrendement, de gelijkmatigheidsindex, de specifieke lichtstroom van de installatie en de luminantieverhoudingen in een ruimte en voor de toetsing van de meetgegevens aan (computer)berekeningen en de standaardverlichtingssterkte. De norm is van toepassing voor meting en toetsing van de verlichting in en rond gebouwen.
Abstract