De weg wordt hier niet gezien als louter een baan voor het verkeer maar als onderdeel van het landschap. Meer aandacht moet er zijn voor de esthetische kanten, daar dit ook invloed heeft op het menselijk gedrag. Grotere samenwerking moet ontstaan tussen de verschillende instanties op het gebied van wegenaanleg en streekplanning. Meer aandacht moet besteed worden aan uitzicht, veiligheid, belijning en andere aanduidingen, middenbermen moeten voldoende beschermend werken. De weg moet zich aanpassen aan de terrein en klimatologische omstandigheden. Kontrast verhoogd het waarnemingsvermogen, monotomie werkt verslappen op de aandacht. Aantal aanwijzingen die beperkt mogelijk houden. Mogelijkheid van éénrichtingswegen buiten de stad. Verbetering in bebakening door toepassing reflektiematerialen; meer kleuren toepassen in wegenbouw; andere oppervlaktematerialen i.v.m. slip e.d.. Kortom een pleidooi voor betere coördinatie bij streekplanning en wegenbouw en grotere financiële bijdrage in de wegenbouw.
Abstract