In deze paper wordt ingegaan op de verhouding tussen de beoogde kwalitatieve verkeershandhaving (duurzame effecten) en de opgedrongen prestatiecontracten voor de regiokorpsen (aantallen processen-verbaal). Een verhouding die lijkt op een eerdere historische vergissing binnen het openbaar ministerie (beleidsinitiatieven doorkruisen elkaar). L’histoire se répète? Verder wordt gekeken naar de invulling van de gedecentraliseerde rol die de provincie heeft in de verkeershandhaving. Ten slotte worden de resultaten van de Friese aanpak gerapporteerd. (Author/publisher)
Abstract