Integrale aanpak van infrastructuur, educatie en handhaving

Compensatiemogelijkheden voor suboptimale infrastructuur bij het project ‘de centrale as’ in Fryslân
Author(s)
Aarts, L.T.; Doumen, M.J.A.; Schermers, G.
Year
De provincie Fryslân heeft de SWOV gevraagd hoe in hun verkeersveiligheidsbeleid een integrale aanpak van ‘de drie E's’ (engineering, education, enforcement) gestalte kan krijgen bij een nog aan te leggen stroomweg (centrale as) in de regio Noordoost-Fryslân. Meer in het bijzonder is de provincie geïnteresseerd in de vraag of verschillende maatregeltypen zelfs voor elkaars gebreken kunnen compenseren. De interesse voor deze vraag heeft te maken met het feit dat met name de infrastructuur (nog) niet altijd optimaal kan worden vormgegeven en dat de gedachte bestaat dat deze tekortkoming op de korte termijn (deels) door educatie en handhaving kan worden opgevangen. Op basis van een eerder rapport over integraliteit (Doumen, Schoon & Aarts, 2010), worden in dit rapport drie vormen van samenhang tussen maatregeltypen onderscheiden die alle drie in de praktijk veelal als 'integraal' worden beschouwd: - parallel beleid, daar waar maatregeltypen op eenzelfde doel zijn gericht maar niet onderling zijn afgestemd; - integraal beleid, als maatregeltypen op eenzelfde doel zijn gericht en daarbij ook op elkaar zijn afgestemd; - compenserend beleid, als maatregeltypen op eenzelfde doel zijn gericht en daarbij zodanig op elkaar zijn afgestemd dat ze (deels) voor elkaars gebreken compenseren. We concluderen hier dat een compenserende aanpak een specifieke — doch zeker niet ideale — variant van een integrale aanpak is. In dit rapport hebben we onderzocht welke van deze vormen in het geval van ‘de centrale as’ goed zijn voor de verkeersveiligheid, hoe dat kan worden uitgewerkt en of maatregeltypen inderdaad voor elkaars gebreken kunnen compenseren. De methode die in dit rapport is gevolgd om de Friese vraag te beantwoorden, is eerder ontwikkeld door de SWOV (Doumen, Schoon & Aarts, 2010). Daarbij worden eerst de sterktes en zwaktes van infrastructuur, educatie en handhaving op een rij gezet. Op basis hiervan kan vervolgens bepaald worden op welke problemen verschillende maatregeltypen het beste kunnen ingrijpen. Omdat de compensatiemogelijkheden betrekking hebben op niet-optimaal ingerichte infrastructuur, is eerst door middel van een audit van het definitieve voorontwerp van de centrale as geanalyseerd waar de problemen zitten. Hiervan zijn de mogelijke consequenties voor de verkeersveiligheid in beeld gebracht. Vervolgens heeft de provincie Fryslân aanpassingen in het plan aangebracht, maar zijn er ook nog suboptimaliteiten in het ontwerp gebleven. Op basis van deze gebreken zijn compensatiemogelijkheden buiten de infrastructuur verkend. Hiervoor zijn kenmerken van de doelgroepen in Noordoost-Fryslân en de mogelijkheden voor educatie en handhaving nagegaan. Voor een aanpak van de belangrijkste groepen en hun problemen zijn mogelijkheden geopperd, zowel in het algemeen als in relatie tot de centrale as. Dit biedt bouwstenen voor een parallelle, integrale of compenserende aanpak. De belangrijkste suboptimaliteiten in het voorontwerp van de centrale as kunnen leiden tot onveilig snelheidsgedrag en conflicten op gelijkvloerse kruisingen. De achterliggende menselijke oorzaken hiervan kunnen zowel bewuste overtredingen als onbedoelde fouten zijn. Uit de analyse van compensatiemogelijkheden in het geval van de centrale as, blijkt dat educatie en handhaving elk op hun eigen specifieke gebied effectief kunnen zijn. Daarmee kunnen ze niet zonder meer compensatie bieden voor problemen op gebied van de infrastructuur, zeker niet op korte termijn en zonder aanzienlijke vermeerdering van inspanningen. Effecten van educatie en handhaving vergen immers een continue en grote capaciteit en een langdurig proces. Technologische oplossingen bieden meer perspectief voor compensatie van gebreken in de infrastructuur. Op basis van de analyse en uitwerking in dit rapport concluderen we: - Bij het opstellen van effectieve (en eventueel integrale) aanpak is het belangrijk eerst goed de (verwachte) problemen te analyseren en te kijken waar en hoe de verschillende typen maatregelen daarop kunnen ingrijpen. Op basis hiervan kunnen effectieve maatregelpakketten worden uitgewerkt en afgewogen. Compensatiemogelijkheden kunnen hierbij ook worden verkend. - Om infrastructuur optimaal veilig aan te leggen, is het aan te bevelen in elke planfase een verkeersveiligheidsaudit uit te voeren. Hiermee worden verschillende keuzemogelijkheden en hun consequenties in beeld gebracht, waardoor steeds voor het meest optimale ontwerp kan worden gekozen. Ook kunnen beleidskeuzen hiermee transparant worden gemaakt. De gevolgen van eventuele suboptimale keuzen kunnen in een volgende fase van het ontwerp worden verlicht door andere (infrastructurele) maatregelen. Dit is echter minder ideaal dan telkens voor het meest optimale ontwerp te kiezen. - Het is aan te bevelen om bij de start van een project de belangrijkste doelgroepen en hun problemen te analyseren, ook in relatie tot de (nog aan te leggen) infrastructuur. Hierdoor kan bezien worden welke algemene en specifieke maatregelen op het gebied van infrastructuur, educatie en handhaving getroffen kunnen worden. Al met al biedt de aanleg van de centrale as interessante aanknopingspunten voor een verkenning van mogelijkheden op het gebied van integraal beleid. Over compensatiemogelijkheden die de provincie Fryslân daarbij hoopte te vinden zullen de verwachtingen moeten worden bijgesteld: de drie E's vervullen ieder hun specifieke rol in het verkeerssysteem en kunnen niet zonder meer — en zeker niet op korte termijn — elkaars gebreken voldoende opvangen. De SWOV beveelt aan de mogelijkheden voor de centrale as volgens een gestructureerd plan, bijvoorbeeld op de wijze zoals in dit rapport beschreven, aan te pakken. Om daarbij kennis op te doen over de effectiviteit van het beleid, is het aan te bevelen voor, tijdens en na implementatie verkeersveiligheidsindicatoren te monitoren. De SWOV denkt hier aan de hand van concrete vraagstukken op basis van wetenschappelijke inzichten of onderzoek graag in mee.
Report number
H-2010-3
Pages
43
Publisher
SWOV, Leidschendam

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.