In opdracht van Rijkswaterstaat heeft SWOV in een pilotstudie onderzocht wat de meerwaarde is van de informatie uit politiedossiers om inzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van scheepvaartongevallen. Daartoe hebben we politiedossiers opgevraagd van 10 ongevallen. Op verzoek van Rijkswaterstaat hebben we ons daarbij gericht op een van de grootste nautische risico’s op de binnenwateren: brugaanvaringen door beroepsvaart op de Nederlandse binnenwateren.
We hebben de politiedossiers doorgenomen en op basis daarvan elk van de tien aanvaringen beschreven aan de hand van ruim 50 kenmerken, waaronder de toedracht van het ongeval en de ongevalsfactoren die daarbij een rol speelden. Vervolgens hebben we de bevindingen vergeleken met wat er in het scheepvaartongevallenbestand (SOS-bestand) bekend was over deze aanvaringen.
De resultaten van deze vergelijking wijzen erop dat politiedossiers over brugaanvaringen meer inzicht geven in het ontstaan van deze scheepsongevallen dan het SOS-bestand. Daar waar het SOS-bestand alleen aangeeft wat de vermoedelijke oorzaak was van het ongeval, levert een analyse van politiedossiers ook inzicht in de combinatie van ongevalsfactoren die een rol hebben gespeeld in de aanloop naar het ongeval. Ongevalsfactoren die gerelateerd zijn aan de infrastructuur (vaarweg en brug) en de vaartuigen maar ook de rol van de betrokken schipper(s) en brugwachters in het ontstaan van de aanvaring. Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat het inzicht dat een politiedossier geeft in de toedracht van het ongeval en de factoren die daarbij een rol speelden, afhankelijk is van het onderzoek dat de politie heeft uitgevoerd (wel of geen verhoren en specialistisch onderzoek).
Op basis van de kleine en mogelijk niet-representatieve set brugaanvaringen die in deze pilot zijn bestudeerd, kunnen geen uitspraken worden gedaan over de meest voorkomende ongevals¬factoren van brugaanvaringen. Daarvoor is het nodig een grotere groep brugaanvaringen te bestuderen, bij voorkeur een die representatief is voor alle brugaanvaringen. Om die represen¬tativiteit te benaderen kan worden gedacht aan het bestuderen van alle brugaanvaringen met beroepsvaart die plaatsvonden in een ‘x’ aantal jaar. Om de variatie in typen brugaanvaringen in kaart te kunnen brengen is een steekproef van circa 40 à 50 aanvaringen wenselijk. De analyse daarvan levert inzicht in de verschillende typen brugaanvaringen, de kenmerken daarvan en de meest voorkomende ongevalsfactoren. Kennis over de factoren die een rol spelen bij het ontstaan van brugaanvaringen geeft aanknopingspunten voor kansrijke maatregelen om vergelijkbare ongevallen in de toekomst te voorkomen.
Understanding the occurrence of shipping collisions with bridges; A pilot study of the added value of police data
In a pilot commissioned by Rijkswaterstaat, SWOV studied the added value of police file data to gain insight into the factors at play in the occurrence of shipping crashes. To this end, we requested the police files of 10 shipping crashes. At the request of Rijkswaterstaat, we focused on one of the largest nautical risks on inland waterways: collisions with bridges caused by commercial shipping on Dutch inland waterways.
We studied the police files and, based on their contents, described each of the 10 collisions using more than 50 characteristics, including the circumstances in which the crash occurred and the contributing crash factors. We then compared the findings with what was known about these crashes from the shipping crash database (SOS database).
The results of this comparison indicate that police files on collisions with bridges provide more insight into the occurrence of these shipping crashes than the SOS database does. Whereas the SOS database only indicates the probable cause of the crash, an analysis of police files also provides insight into the combination of factors leading up to the crash: crash factors related to the infrastructure (waterway and bridge) and the vessels, but also the role of the skipper(s) and bridge attendants in the occurrence of the collision. It should be noted, however, that the insight a police file provides into the crash circumstances and the crash factors depends on the amount of investigation carried out by the police (whether or not interrogations and specialist investigations were carried out).
Based on the small and possibly unrepresentative set of collisions with bridges studied in this pilot, no statements can be made about the most common crash factors of these collisions. To achieve this, we would need to study a larger set of collisions, preferably one that is representative of all collisions with bridges. To approach that representativeness, all bridge collisions involving commercial ships that took place in an x number of years could be studied. In order to map the variation in types of collisions, a set of about 40 to 50 collisions with bridges is desirable. An analysis of these collisions will provide insight into the different types of bridge collisions, their characteristics and the most common crash factors. Knowledge about the factors at play in the occurrence of bridge collisions provides leads for promising measures to prevent similar crashes in the future.
