Onderzocht wordt het gedrag van chauffeurs bij kruizingen van een drukke weg met een minder drukke in een kleine en een middelgrote stad. Het verkeer van de minder drukke weg moest ter plaatse stoppen voor een stopstreep. Gemeten werd de grootte van de dynamische openingen in de verkeersstroom op de hoofdweg die door de op de streep gestopte automobilisten benut werden om resp. recht of links af te slaan of recht door te rijden. Men onderscheid "lag"en "gap" lag = tijdinterval gemeten van de aankomst van een voertuig bij de stopstreep tot de eerste auto van de hoofdweg zijn weg kruist. gap= het tijdsinterval tussen het passeren van twee voertuigen van de hoofdweg, gemeten van front tot front. .
Abstract