De ‘Leidraad gladheidsbestrijdingsplan’ beschrijft de onderdelen die aan de orde zijn bij het bepalen van het beleid en de uitvoering op het gebied van de gladheidsbestrijding. Het opstellen en onderhouden van het gladheidsbestrijdingsplan wordt beschreven aan de hand van vijf processtappen. Deze geven aan dat gladheidsbestrijding een dynamisch proces is. De algemene uitgangspunten komen in het beleidsplan terecht. Het uitvoeringsplan maakt voor elk winterseizoen inzichtelijk wie op welk moment met de uitvoering is belast. Door na afloop van het winterseizoen te evalueren en bij te stellen wordt het uitvoeringsplan steeds verbeterd. Gladheidsbestrijding dient om de verkeersveiligheid te bevorderen, de doorstroming te optimaliseren en de bereikbaarheid op peil te houden. In Nederland is de gladheidsbestrijding een verantwoordelijkheid van de wegbeheerders. Afhankelijk van het type weg zijn dit Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten. Elke partij heeft zijn eigen beleid en zijn eigen manier van gladheidsbestrijding. Een onderlinge afstemming is gewenst om gevaarlijke of onduidelijke situaties te voorkomen. Wegbeheerders worden steeds vaker verantwoordelijk gesteld voor schade. Bij een planmatige aanpak van gladheidsbestrijding kan een wegbeheerder zich verantwoorden voor de wel en niet getroffen maatregelen. Een belangrijk onderdeel van de leidraad is de presentatie van een nieuwe, integrale visie op de gladheidsbestrijding. Hierin staat de weggebruiker centraal. De visie, die uitgaat van de categorie-indeling van wegen volgens Duurzaam Veilig, moet leiden tot een meer uniforme wijze van gladheidsbestrijding in Nederland. (Author/publisher)
Abstract