Nader onderzoek uitritconstructies en voorrangskruisingen

Verschillen in geschiktheid voor de aansluiting van erftoegangswegen op gebiedsontsluitende wegen
Author(s)
Hummel, Drs. ing. T
Year
Een belangrijk uitgangspunt voor een duurzaam-veilig wegverkeer is een uniforme vormgeving per wegcategorie. Ook de overgangen tussen de wegcategorieën en de daarbij gehanteerde voorrangsregeling moeten op een uniforme - en daardoor voorspelbare - wijze worden vormgegeven. Ten behoeve van de handleiding voor de eerste fase van het Startprogramma Duurzaam Veilig is nagegaan wat kan worden geadviseerd voor de aansluiting van een erftoegangsweg op een gebiedsontsluitende weg: een voorrangskruising of een uitritconstructie. In het eerder uitgevoerde onderzoek Uniformering voorrangsregeling (VanMinnen & Catshoek, 1997) is geconstateerd dat de toepassing van een uitritconstructie een positief effect lijkt te hebben op zowel de aantallen verkeersongevallen als op de aantallen verkeersslachtoffers. Een uitzondering op dit positieve effect werd echter gevonden bij voorrangskruisingen die waren vervangen door een uitritconstructie. Het aantal verkeersongevallen was hier weliswaar afgenomen, maar het aantal verkeersslachtoffers was toegenomen. Deze uitzondering staat een algemene aanbeveling voor een keuze tussen een voorrangskruising en een uitritconstructie in de weg. In de onderhavige studie is om die reden gezocht naar een verklaring voor de genoemde uitzondering. Verondersteld werd dat verschillen in de vormgeving van de bestudeerde uitritconstructies voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de verschillen in verkeersveiligheid. Deze veronderstelling is getoetst door de vormgeving van de uitritconstructies uit het onderzoek van Van Minnen en Catshoek (1997) te laten beoordelen door een panel van experts. Uit de resultaten blijkt dat de beoordeelde uitritconstructies een grote verscheidenheid aan verschijningsvormen vertoonden. Verder zijn er aanwijzingen gevonden dat de wijze van vormgeving van de uitritconstructie in belangrijke mate bepalend is voor de verkeersveiligheid ervan. Gebleken is dat die uitritconstructies die een negatieve ontwikkeling in ongevallen en/of slachtoffers te zien gaven, door het panel in vrijwel alle gevallen negatief werden beoordeeld op de aspecten herkenbaarheid en veiligheid van de vormgeving. Deze ‘verstorende invloed' kan als verklaring worden gezien voor de relatief slechte score van voorrangskruisingen die zijn veranderd in een uitritconstructie. Als rekening wordt gehouden met de effecten van deze verstoringen, kan worden geconcludeerd dat verschillen in verkeersveiligheid tussen een voorrangskruising en een uitritconstructie zeer klein zullen zijn. Bij een keuze voor een van de beide kruispuntsoplossingen zullen andere argumenten dan de verkeersveiligheid derhalve doorslaggevend zijn. De pluriformiteit in vormgeving van de uitritconstructie, en de mogelijke invloed van de wijze van vormgeving op de verkeersveiligheid zijn naast de verschillen in aanlegkosten belangrijke argumenten geweest om voor de aansluiting van een erftoegangswegen op gebiedsontsluitende wegen een voorrangskruising te adviseren
Further investigation into exit constructions and major junctions An important starting point for obtaining a sustainably safe traffic system is the use of a consistent design for each road category. Transitions between the road categories as well as the right-of-way regulations used at these locations must be designed in a consistent (and therefore predictable) manner. For the manual to be used during the first phase of the Start-up Programme Sustainable Road Safety, a question that required examination was: What can be recommended for the junction of a residential road with an access road: a priority junction or an exit construction? A previous research study, Uniforming the right-of-way regulations (VanMinnen & Catshoek, 1997), had noted that the use of an exit construction appeared to have a beneficial effect on both the number of road traffic accidents and the number of road casualties. An exception to this beneficial effect, however, was found at priority junctions which had been replaced by an exit construction. Although the number of road traffic accidents here had decreased, the number of road casualties had increased. This exception makes it difficult to make a general recommendation when it comes to choosing between a major junction and an exit construction. For these reasons, the current study sought an explanation for this exception. It had been assumed that differences in the design of the exit constructions being studied mainly accounted for the differences in road safety. This assumption was tested by having the design of exit constructions from the study by Van Minnen and Catshoek (1997) assessed by a panel of experts. The results showed that the exit constructions thus assessed displayed a wide variety of appearances. Evidence also indicated that the method used for designing the exit construction was a major factor in determining its road safety. It was shown that those exit constructions producing a negative effect in terms of accidents and/or victims had nearly always received a negative assessment by the panel as to being recognisable and safe from a design point of view. This ‘disturbance effect' can be seen as an explanation for the relatively poor score obtained by major junctions that have been changed into exit constructions. Considering the effects of these disturbances it can be concluded that differences in road safety between a priority junction and an exit construction will be extremely small. When making a choice between these junction solutions, arguments other than road traffic safety will thus be decisive factors. Apart from construction costs, the multiplicity of designs for exit constructions and the possible effect design has on road traffic safety were important arguments for recommending the use of priority junctions to connect residential roads with access roads
Report number
R-98-10
Pages
22
Publisher
SWOV, Leidschendam

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.