Nulmeting recidive ASP, LEMA en EMG : achtergrondkenmerken en strafrechtelijke recidive van personen uit de doelgroep van drie verkeersgedragsmaatregelen.

Author(s)
Blom, M.
Year
Abstract

Ongeveer één op de vijf dodelijke verkeersongevallen wordt veroorzaakt door mensen die rijden onder invloed van alcohol en/of drugs. Vooral jonge mannen en zware drinkers zijn betrokken bij deze ongevallen. Iemand die onder invloed rijdt en wordt aangehouden kan een geldboete, een gevangenisstraf of een rijontzegging krijgen. Ook kan een zogenaamde ‘vorderingsprocedure’ worden gestart. De politie informeert het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), die een onderzoek op kan leggen. Als uit dit onderzoek blijkt dat de persoon niet rijvaardig of rijgeschikt is, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard. Een andere mogelijkheid is dat betrokkene een cursus moet volgen. In oktober 2008 zijn er twee nieuwe educatieve verkeersmaatregelen geïntroduceerd: de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (LEMA) en de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG). Daarnaast werd in december 2011 het Alcoholslotprogramma ingevoerd (ASP). De LEMA wordt opgelegd aan bestuurders die met te veel alcohol op aan het verkeer hebben deelgenomen. In eerste instantie was de LEMA alleen bedoeld voor beginnende bestuurders (automobilisten die nog geen vijf jaar hun rijbewijs hebben). Sinds december 2011 kunnen ook ervaren bestuurders een LEMA krijgen. Het doel van de LEMA is deelnemers te leren om alcohol en verkeer van elkaar te scheiden. Het is een cursus van twee dagdelen over de risico’s van alcoholgebruik in het verkeer en de invloed van alcohol op het lichaam en het rijgedrag. Ook het ASP is bedoeld voor bestuurders die zijn aangehouden met te veel alcohol in het bloed. Het is echter een veel zwaardere maatregel dan de LEMA. Tijdens het programma — dat ten minste twee jaar duurt — krijgen deelnemers in hun auto een alcoholslot ingebouwd. De bestuurder moet voor het starten blazen. Het slot meet vervolgens de hoeveelheid alcohol in de adem en zorgt ervoor dat de auto niet start als de bestuurder te veel heeft gedronken. Daarnaast volgen ASP-deelnemers een verplicht begeleidingsprogramma, dat bestaat uit een aantal groepsessies. Net als bij de LEMA is het doel van het programma dat deelnemers leren een scheiding te maken tussen het gebruik van alcohol en het besturen van een motorrijtuig. Ook krijgen de deelnemers adviezen over hoe ze hun drankprobleem kunnen aanpakken. De EMG is een educatieve maatregel die kan worden opgelegd aan bestuurders die zijn aangehouden voor gevaarlijk of risicovol rijgedrag. Voorbeelden daarvan zijn bumperkleven, afsnijden, snelheidsovertredingen, op de vluchtstrook rijden en het negeren van rood licht. De cursus bestaat uit een individueel voorgesprek en drie cursusdagen, waarin de deelnemers leren op een veilige manier deel te nemen aan het verkeer. De Dienst Verkeer en Scheepvaart heeft, namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan het WODC gevraagd de strafrechtelijke recidive van de ASP-, LEMA (Op verzoek van de aanvrager van het onderzoek is de recidivemeting onder LEMA-deelnemers beperkt tot beginnende bestuurders)- en EMG-deelnemers te monitoren. De komende jaren worden de deelnemers gevolgd en zal het WODC jaarlijks verslag uitbrengen over de recidive onder de deelnemers. Het eindrapport wordt in 2018 verwacht. Voorafgaand aan de recidivemeting onder de deelnemers vindt een ‘nulmeting’ van de recidive plaats onder personen die vergelijkbaar zijn met de kandidaat-deelnemers aan de drie verkeersgedragsmaatregelen. Op deze wijze wordt voor elke groep de base rate vastgesteld: het normale recidiveniveau waartegen in een later stadium de recidive van de feitelijke deelnemers kan worden afgezet. Zo kan worden bezien of en in welke mate de recidive in de respectievelijke doelgroepen is gedaald. In deze rapportage worden de cijfers van de nulmeting gepresenteerd. De volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1 Wat zijn achtergrondkenmerken van personen in de vergelijkingsgroep voor het ASP, de LEMA en de EMG en welke ontwikkelingen hebben zich in deze achtergronden voorgedaan in de periode 2002-2006? 2 Wat is het recidivebeeld van personen in de vergelijkingsgroepen voor het ASP, de LEMA en de EMG? Na een beschrijving van de gehanteerde methode in hoofdstuk 2, bespreken we in hoofdstuk 3 de uitkomsten van het onderzoek. In hoofdstuk 4 sluiten we af met een conclusie. (Author/publisher)

Publication

Library number
20141492 ST [electronic version only]
Source

Den Haag, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum WODC, 2012, 32 p., 5 ref.; Memorandum 2012-4

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.