Omvang, aard en ernst van ongevallen met auto’s te water

Een analyse van gegevens tot en met 2000
Author(s)
Kampen, Ir. L.T.B. van
Year
In opdracht van de Raad voor de Transportveiligheid heeft de SWOV onderzoek gedaan naar de afloop van verkeersongevallen waarbij een auto te water raakt. De onderhavige studie is de eerste fase van dit onderzoek. Hierin zijn ongevallen- en letselgegevens van 1983-2000 uit de Verkeersongevallenregistratie van AVV-BG geanalyseerd om de huidige omvang, aard en ernst van ongevallen met te water raken te bepalen. Volgens cijfers uit 1997-2000 vinden jaarlijks gemiddeld 50 letselongevallen plaats waarbij een personenauto in diep water terechtkomt. Hierbij vallen gemiddeld 22 doden. Daarnaast vinden jaarlijks gemiddeld 750 letselongevallen plaats waarbij een personenauto in een sloot of greppel is geraakt. Hierbij vallen gemiddeld 40 doden per jaar. Op grond van registratieformulieren wordt geschat dat van dit jaarlijks aantal van 62 verkeersdoden ruim 30 verdrinking als doodsoorzaak hebben. Dit cijfer wordt bevestigd door de CBS-Doodsoorzakenstatistiek. Hieruit blijkt dat er in de laatste jaren gemiddeld 33 auto-inzittenden per jaar verdrinken bij verkeersongevallen. Over de gehele periode van 18 jaar (1983-2000) is er een afname van circa 20% van het aantal dodelijke ongevallen die in diep water eindigen. Deze daling is minder groot dan de landelijke daling van circa 35% in het totale aantal verkeersdoden bij auto-ongevallen in diezelfde periode. Men kan dus stellen dat het probleem van verdrinkingen bij auto-ongevallen relatief gezien groter is geworden, ondanks de daling van het absolute aantal slachtoffers. Ongevallen met auto’s die in diep water raken lopen duidelijk ernstiger af dan veel andere typen ongevallen. Dit blijkt onder meer uit het hoge aandeel doden en ziekenhuisgewonden bij die ongevallen. In vergelijking het gemiddelde auto-ongeval vinden ongevallen met auto’s die in diep water raken vaker plaats buiten de bebouwde kom en vaker op 80 km/uur-wegen. Dit type ongeval komt veel vaker voor in bepaalde provincies en gemeenten dan in andere. Ongevallen met auto’s die in diep water of sloot/greppel eindigen vinden vaker plaats in de weekenden, bij duisternis, in de winter en bij sneeuw en mist. Deze ongevallen zijn veel vaker eenzijdig, dat wil zeggen dat er geen andere verkeersdeelnemers betrokken zijn. De bestuurders van auto’s die in water of sloot/greppel eindigen zijn vaker jong, vaker van het mannelijk geslacht en zijn vaker onder invloed van alcohol. Ook de slachtoffers bij deze ongevallen zijn vaker man en vaker jong. Aanbevolen wordt om het vervolg van deze studie te richten op politiedossiers (processen-verbaal) van dodelijke ongevallen met personenauto’s die te water of in de sloot/greppel zijn geraakt. Het doel daarvan is vast te stellen in hoeverre er problemen zijn bij de ontsnapping of bevrijding uit de betreffende auto’s, en of moderne elektronische voertuigeigenschappen, zoals centrale portiervergrendeling, de ontsnapping kunnen belemmeren. Ten slotte wordt aanbevolen literatuur en internationale databronnen te raadplegen om het probleem vanuit Europees perspectief te kunnen beoordelen.
Size, nature, and severity of accidents with cars immersed in water An analysis of data up to 2000 The Dutch Transport Safety Board commissioned SWOV to study the outcome of road accidents in which a car end up in the water. The present study is the first phase of this project. In this study, accident and injury data for 1983-2000 from the road accident registration of the Basic Data Department of the Transport Research Centre was analysed. This to determine the present size, nature, and severity of such accidents. According to the 1997-2000 data there were 50 injury accidents a year in which a car ended up in deep water. There was an average of 22 deaths a year. Furthermore, there was an average of 750 injury accidents in which a car ended up in a ditch or gulley; resulting in an average of 40 deaths a year. Based on the police accident registration forms, it is estimated that in this annual total of 62 road deaths, drowning was the cause of death in more than 30 cases. This number is confirmed by the Cause of Death statistics of the Central Bureau of Statistics. These show that during the last few years, an average of 33 car occupants a year drown in road accidents. During the whole period of 18 years (1983-2000) there was a decrease of c. 20% of the number of fatal accidents ending up in deep water. This decrease is less than the general, national decrease of c. 35% in the total number of road deaths from car accidents during the same period. One can, therefore, maintain that the problem of drowning in car accidents has become relatively greater, in spite of the decrease in the absolute number of victims. Accidents in which cars end up in deep water have a greater severity than many other types of accidents. This appears, among other things, from the large share of deaths and in-patients in such accidents. In comparison with the average car accident, accidents in which cars end up in deep water occur more on rural roads and on 80 km/h roads. This type of accident occurs much more often in certain provinces and municipalities than in others. Accidents in which cars end up in deep water or a ditch/gulley occur more often during weekends, hours of darkness, in winter, and during periods of snow and fog. They are more often single vehicle accidents, i.e. no other road users were involved. The drivers of cars ending up in deep water or a ditch/gulley are more often young, more often male, and more often while driving under influence. The victims of these accidents are also more often male and young. It is recommended to aim the sequel of this study at police files (summonses) of fatal accidents with cars that end up in deep water or a ditch/gulley. The purpose of this is to determine the extent of there being problems in escaping and being rescued from the cars involved. Also to determine if certain modern electronic provisions, such as central door locking devices, can hinder escape. Finally, it is recommended to study literature and international data sources to be able to judge the problem from a European perspective.
Report number
R-2002-28 I
Pages
34 + 13
Publisher
SWOV, Leidschendam

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.