De Adviesdienst Verkeer en Vervoer heeft in opdracht van de projectdirectie NVVP een onderzoekprogramma uitgevoerd ter onderbouwing van de NVVP beleidsvoornemens. Deze rapportage biedt een integraal overzicht van de verschillende studies met korte samenvattingen van de vraagstelling, werkwijze, resultaten en conclusies. In de literatuurlijst vindt u de verwijzingen naar de onderliggende rapporten die van elke deelstudie zijn verschenen. Nog voor de discussie over de Perspectievennota afgerond was -november 1998- is AVV gestart met het opstellen van een onderzoekprogramma voor fase 1 van het NVVP: het beleidsvoornemen. Basis voor dit programma vormden de perspectieven op nieuw beleid die wel duidelijk in de discussies naar voren kwamen maar nog onderbouwing misten. Het onderzoekprogramma is opgebouwd rond negen thema’s: benutten, schaarste, beprijzen, regionalisatie, kwaliteit leefomgeving, ruimtelijke inrichting, informatie en communicatie technologie (ICT), monitoring en evaluatie, en modellen en prognoses. Voor elk thema is een trekker aangewezen en is een groepje geformeerd vanuit diverse afdelingen van de AVV die de onderzoeksvragen in kaart hebben gebracht. De projectdirectie NVVP heeft binnen de haar ter beschikking staande middelen en tijdschema een keuze gemaakt uit de voorstellen. Het accent lag daarbij in het leveren van onderbouwing van ontwikkelingen en van effecten van beleidsmaatregelen. Het NVVP doet hiervoor een beroep op AVV als kennisinstituut (Mesker, 1999). In februari 1999 zijn de eerste projecten door de thematrekkers gestart met als opleveringsdatum mei 1999. In de loop van het voorjaar 1999 heeft het NVVP proces vastere vorm gekregen. Er werden zeven vakgroepen ingesteld die voor het betreffende onderwerp de beleidsvoorstellen moesten formuleren. Bestuur op Maat en de klankbordgroep Technologie hadden een andere werkwijze dan de vakgroepen. Voor benutten, beprijzen en kwaliteit leefomgeving kon een één op één verbinding worden gelegd tussen het onderzoekthema en de betreffende vakgroep.a regionalisatie viel deels onder benutten en deels onder de vakgroep infrastrategie. Ruimtelijke inrichting heeft zijn wortels in de 5-de Nota Ruimtelijke Ordening die parallel aan het NVVP wordt uitgewerkt. Doordat enige vertraging optrad in de werkzaamheden van de vakgroepen - op 3 september zijn de eindresultaten gepresenteerd - konden de onderzoeksresultaten tijdig in de vakgroepen worden ingebracht en worden meegenomen in de discussies over nieuw te voeren beleid. De AVV heeft op verzoek van de projectdirectie NVVP de klankbordgroep technologie ingericht (voorzitterschap en secretariaat bij AVV) en daarvoor de discussiestukken verzorgd. Het resultaat hiervan is eveneens in deze rapportage opgenomen. Veel onderzoek ten behoeve van het NVVP is door de beleidsdirecties zelf aan de AVV opgedragen. Van deze onderzoeken wordt in deze rapportage geen verslag gedaan. Wel zijn in het literatuuroverzicht de belangrijkste rapporten opgenomen. Ook waren de beleidsdirecties zelf opdrachtgever voor de studies onder de thema’s beprijzen (DGP en S&C opdrachtgever van deelonderzoeken), ruimtelijke inrichting (DGP) en ICT (DGTP). De thematrekker heeft voor deze thema’s een coördinerende rol ten behoeve van de projectdirectie NVVP gespeeld. Het onderzoek voor het thema schaarste is halverwege de voorbereiding teruggetrokken wegens verschil van mening over de scope van het onderzoek tussen DGP en NVVP. Daarvoor in de plaats is door DGP een onderzoek gestart naar criteria ter beoordeling van de kwaliteit van bereikbaarheid (KWABER). De resultaten hiervan zijn door de vakgroep infrastrategie meegenomen. Voor het thema monitoring en beleidsevaluatie moet worden gewacht op concretisering van de beleidsdoelen, zodat nog geen resultaten geboekt konden worden. Uiteindelijk zijn de resultaten van al deze thema’s vertaald naar invoer voor de verkeers- en vervoermodellen waarmee de AVV een schatting maakt van de effecten van beleidsopties. Om gesteld te staan voor het NVVP zijn de modellen geactualiseerd en van een nieuw basisjaar -1995 - voorzien. Met de geactualiseerde modellen is de uitgangssituatie voor het NVVP berekend, de verkeers- en vervoersprognoses voor 2010 en 2020 in het EC scenario van het CPB bij voortzetting van het huidige, afgesproken beleid. Aan deze referentiescenario’s zullen de effecten van beleidsopties worden getoetst. Dat is de fase waarin we nu zitten en die naar verwachting zal doorlopen in de eerste maanden van 2000. De thematrekkers hebben als groep het NVVP proces gevolgd. Ze hebben de onderzoeken aan het NVVP proces aangepast, gezorgd voor onderlinge afstemming tussen de thema’s en de verworven kennis ingebracht in de vakgroepen. Daardoor zijn leemtes of dubbelingen voorkomen en is een goede doorwerking verkregen van de resultaten in het NVVP. De thematrekkers voelden deze werkwijze als ruggesteun bij hun inhoudelijke activiteiten. Naast de thematrekkers hebben diverse AVV medewerkers aan dit onderzoekprogramma meegewerkt , als projectleider, als organisator van workshops etc. De urenverantwoording wijst uit dat meer dan 30 medewerkers structureel aan het NVVP onderzoekprogramma hebben gewerkt. Vanuit de AVV bezien mag dan ook worden gesproken over een integrale aanpak van dit NVVP project, dat steeds topprioriteit heeft gekregen in de organisatie. Deze rapportage vormt slechts een gesublimeerde neerslag van al de geleverde inspanning. (Author/publisher)
Abstract