(Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeersveiligheid) PROV Zuid-Holland 2013. Onderzoek in opdracht van het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH).

Author(s)
Zandvliet, R.
Year
Abstract

Het Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeersveiligheid (PROV) werd in het verleden door TNS NIPO in opdracht van Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart (RWS-DVS) uitgevoerd. Het onderwerp van het PROV was zelf gerapporteerd verkeersgedrag en meningen over de verkeersveiligheidsproblematiek en het lopende en voorgenomen landelijke verkeersveiligheidbeleid. Regionale overheden konden bij dit landelijk onderzoek aansluiten. Voor 2013 heeft RWS geen landelijk onderzoek uit laten voeren. Het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV-ZH) heeft er daarom voor gekozen om zelfstandig een meting uit te laten voeren binnen haar werkgebied. Hierdoor kunnen over regio’s binnen Zuid-Holland representatieve en betrouwbare uitspraken worden gedaan om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de belangrijkste tussen- en einddoelen die zijn geformuleerd omtrent de verkeersveiligheid in Zuid-Holland. In onderliggende rapportage worden de resultaten van het PROV Zuid-Holland 2013 beschreven. In de vragenlijst van het PROV 2013 zijn vragen opgenomen die aansluiten bij alle relevante tussendoelen, die in voorgaande jaren bij de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Effectrapportage Verkeersveiligheid (ZER-V) zijn vastgesteld. Het PROV is met ingang van 2005 tweejaarlijks afgenomen in Zuid-Holland. Het onderzoek is nu voor de vijfde maal uitgevoerd. Het PROV is opgezet en bedoeld als instrument voor algemene monitoring van de ontwikkelingen in verkeersgedrag, motieven voor verkeersgedrag en kennis en meningen daarover. Het PROV vervult daarmee de volgende drie functies: 1. Identificatie van aandachtspunten voor het verkeersveiligheidsbeleid, doordat landelijke, provinciale en regionale ontwikkelingen in de tijd gesignaleerd kunnen worden en doordat provincies, kaderwetgebieden en regio’s onderling met elkaar vergeleken kunnen worden, ten aanzien van verkeers(on)veiligheid en de effectiviteit van gevoerd beleid. 2. Analyse van de achtergronden en oorzaken van gesignaleerde aandachtspunten, doordat nagegaan kan worden bij welke groepen personen en in welke provincies, kaderwetgebieden en regio’s knelpunten optreden en met welke factoren zij samenhangen. 3. Evaluatie of terugkoppeling van het verkeersveiligheidsbeleid, doordat op landelijk, provinciaal en regionaal niveau ontwikkelingen in de tijd gevolgd kunnen worden en doordat zij onderling vergeleken kunnen worden. Zo kunnen (duurzame) effecten van het gevoerde beleid worden aangetoond. Ten behoeve van de bovengenoemde monitoringfuncties worden over een aantal speerpunten en belangrijke doelgroepen van het verkeersveiligheidsbeleid in de PROV-enquête vragen gesteld aan het Nederlandse publiek van 15 jaar en ouder. Net als voor het landelijke PROV het geval was, geldt ook in Zuid-Holland dat gegevens beschikbaar zijn van voorgaande jaren waardoor een vergelijking gemaakt kan worden. Om de vergelijkbaarheid te waarborgen is de steekproeftrekking zoveel mogelijk gelijk gehouden aan voorgaande jaren. De afname van de enquête is conform voorgaande metingen verlopen. Ook in de opzet van het PROV Zuid-Holland is uitgebreid rekening gehouden met de vergelijkbaarheid met eerdere edities. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de gegevensverzameling voor het PROV in de provincie Zuid-Holland. Een overzicht van de belangrijkste resultaten op het niveau van de drie regievoerders en de provincie Zuid-Holland als geheel is opgenomen in hoofdstuk 3. In de hoofdstukken 4 tot en met 8 worden de geanalyseerde enquêteresultaten van de volgende onderwerpen beschreven: snelheid, alcohol, drugs en medicijnen, gordelgebruik, fiets en e-bike en verkeersveiligheidsmaatregelen. Deze hoofdstukken zijn volgens een vaste structuur opgebouwd. Eerst worden de resultaten beschreven die gelden voor de hele provincie Zuid-Holland. Deze resultaten worden afhankelijk van het onderwerp uitgesplitst naar achtergrondkenmerken van de respondenten, zoals leeftijd, geslacht en reismotief. Daarna volgt een beschrijving en analyse van de resultaten op regioniveau: Holland-Rijnland, Midden-Holland, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Stadsgewest Haaglanden, stadsregio Rotterdam, Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee en Drechtsteden. Doel van het onderzoek is om de vraagstelling van het landelijke PROV onderzoek te beantwoorden voor de situatie in Zuid-Holland, zodanig dat verschillen per regio kunnen worden aangetoond. De verkregen resultaten moeten vergeleken worden met voorgaande edities van het PROV Zuid-Holland (ZER-V). (Author/publisher)

Publication

Library number
20160303 ST [electronic version only]
Source

Amsterdam, TNS NIPO, 2014, 53 p. + 3 app.; G8083

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.