Rapport botsing met tegenligger op de N31 bij Harlingen op 21 juli 1999.

Author(s)
-
Year
Abstract

Op 21 juli 1999, omstreeks kwart over vier 's middags, vond op de enkel-baans autoweg N31 bij Harlingen een frontale botsing plaats tussen een personenauto en een vrachtwagencombinatie (trekker met oplegger). De personenauto overschreed de middenstreep en schampte allereerst een tegemoet rijdende vrachtwagencombinatie. De auto raakte daardoor met de rechterwielen in de berm. Door een stuurcorrectie kwam het voertuig weer op de rijbaan en schoot vervolgens door naar de linker weghelft. Daar botste de auto op een tweede tegenligger, eveneens een vrachtwagencombinatie (trekker met oplegger). De gevolgen waren zeer ernstig: vijf inzittenden van de personenauto kwamen om het leven. De inzittende van de tegenligger, de vrachtwagencombinatie, raakte gewond. Uit het onderzoek naar dit ongeval, uitgevoerd door de Kamer Wegverkeer van de Raad voor de Transportveiligheid, blijkt dat - zoals bij veel verkeersongevallen - meerdere factoren een dominante rol hebben gespeeld. Het ontbreken van een deugdelijke afscherming tussen beide weghelften, de invloed van het wegbeeld op het rijgedrag en de zachte berm droegen bij aan de uiteindelijke fatale afloop. Dat gold ook voor het vermoedelijke gebrek aan rijvaardigheid van de bestuurster van de personenauto. De N31 is op het betrokken traject een enkelbaans autoweg en niet, zoals de wegen in het verlengde van de N31, een autosnelweg. Dat feit draagt eveneens bij aan de onveiligheid ter plaatse. De besluitvorming over het doortrek-ken van de autosnelweg A31 over dit traject loopt al enkele tientallen jaren. Daarbij is 'veiligheid' één van de besliscriteria. In november 2000 heeft de Rijksoverheid geld in het vooruitzicht gesteld ten behoeve van de gedeeltelijke verdubbeling van de N31. Dit voornemen tot verdubbeling geldt overigens niet voor het gedeelte bij Harlingen, omdat de inpassing daar ingewikkeld en duur is. Het knelpunt waar het hier om gaat - een enkelbaans weg die grotendeels een te smalle maatvoering heeft om het predikaat autoweg te kunnen dragen en waar dus relatief snel wordt gereden - wordt door deze maatregel dan ook niet weggenomen. De Raad voor de Transportveiligheid doet naar aanleiding van het onderzoek naar dit ernstige ongeval de volgende aanbevelingen aan de wegbeheerder, in casu Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland: - De maximum snelheid zou moeten worden verlaagd van 100 tot 80 kilo-meter per uur, de borden 'autoweg' zouden moeten worden verwijderd en de handhaving van de snelheidslimiet zou moeten worden geïntensiveerd; - Teneinde de N31 om te vormen tot de door de provincie gewenste weg met een doorstromingsfunctie zou op de gehele N31 een harde rijbaanscheiding moeten worden gerealiseerd; - De wegbeheerder van de N31 wordt aanbevolen de zachte berm van de N31 te verstevigen waar dat nog niet het geval is; - De overgangen tussen de autosnelweg en de autoweg zouden beter moeten worden gemarkeerd. De Raad voor de Transportveiligheid richt de volgende aanbevelingen tot de minister van Verkeer en Waterstaat: - Inventariseer de wegen die net als de N31 te hoge snelheden kennen in relatie tot de ontwerpsnelheid, en bezie of aanpassingen aldaar wenselijk zijn; - Evalueer de besluitvormingsprocessen voor de aanleg van nieuwe weg-infrastructuur; - Bezie of bij hantering van het criterium 'veiligheid', in het kader van deze besluitvorming, ook het element 'risico' kan worden betrokken. De Raad voor de Transportveiligheid beveelt het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) en de koepels van de rijscholen aan om de rijscholen te stimuleren in de rijopleiding meer aandacht te besteden aan noodsituaties en dan met name aan de voertuigbeheersing in een zachte berm. (Author/publisher)

Request publication

8 + 12 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
20010039 ST [electronic version only]
Source

's-Gravenhage, Raad voor de Transportveiligheid (RvTV), 2001, 52 p., 9 ref.

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.