Rijkswaterstaat heeft de taak op zich genomen om de risico-indicator ‘Veilige snelheid’ verder uit te werken, opdat wegbeheerders snelheidsdata beter kunnen interpreteren ten behoeve van risicogestuurd beleid. Een uitgangspunt is om daarbij zo veel mogelijk gebruik te maken van reeds beschikbare, en onderling vergelijkbare gegevens. Met het oog op een dergelijke indicator zijn in dit rapport twee soorten snelheidsgegevens vergeleken: 1) snelheidsdata op basis van metingen met meetlussen: individuele voertuigpassages en 2) ‘floating car data’: gegevens uit navigatiesystemen en andere (verkeers)applicaties. Als deze twee typen gegevens vergelijkbaar blijken te zijn, is een volgende vraag of ‘floating car data’ geschikt zijn als invoer voor een risico-indicator ‘Veilige snelheid’.
Abstract