Startnotitie N18 Varsseveld-Enschede.

Author(s)
Rijkswaterstaat Oost-Nederland
Year
Abstract

De N18 is een 1x2 strooks (stroom)weg tussen Varsseveld en Enschede met een lengte van ongeveer 45 kilometer. Tussen Varsseveld en Groenlo is de weg gedimensioneerd als autoweg. De maximum snelheid is hier sinds 2001 80 km/uur (voorheen 100 km/uur). De weg is gesloten voor langzaam (landbouw) verkeer. Op het gedeelte van de rijksweg tussen Groenlo en Enschede geldt ook een maximumsnelheid van 80 km/u. Dit deel van het traject mag wel worden gebruikt door langzaam (landbouw)verkeer. De N18 maakt onderdeel uit van het landelijk hoofdwegennet. Daarnaast heeft de weg een belangrijke regionale functie. Verder is de rijksweg een belangrijke ontsluitingsweg voor de Achterhoek (regionale functie), een verbinding voor verkeer tussen de stedelijke netwerken Arnhem/Nijmegen en Twente. De weg passeert zes kernen: Varsseveld, Lichtenvoorde, Groenlo, Eibergen, Haaksbergen en Usselo, waarvan drie door de bebouwde kom: Eibergen, Haaksbergen en Usselo. In de bebouwde kom van Eibergen en Usselo is de maximum snelheid 50 km/uur. Op de overige delen van het tracé varieert de maximumsnelheid van 70 tot 80 km/uur. De N18 heeft een groot aantal gelijkvloerse kruisingen. Deze startnotitie is de eerste fase van de studie naar de N18. Doel van de startnotitie is de achtergronden en uitgangspunten van het project op een rij zetten en te beschrijven welke zaken in een volgende fase onderzocht moeten worden. Daarnaast bakent de startnotitie het aantal alternatieven af. Tot slot geeft de startnotitie aan op welke (milieu)effecten de alternatieven worden onderzocht. Met deze Startnotitie doet Rijkswaterstaat Oost-Nederland een eerste aanzet tot de inhoudsafbakening van de op te stellen Trajectnota/MER. Tegelijkertijd vormt de Startnotitie de basis voor belangstellenden en betrokkenen om mee te denken en desgewenst een inspraakreactie in te dienen. De Startnotitie ligt vier weken ter inzage. Gedurende deze periode kunnen burgers, belangengroeperingen en overheidsinstanties via inspraakreacties kenbaar maken op welke alternatieven en effecten het onderzoek zich volgens hen moet gaan richten. Belangrijk daarbij is dat het bij de inspraak in dit stadium nadrukkelijk nog niet draait om de vraag welk besluit het Bevoegd Gezag zou moeten nemen. Die kwestie komt pas aan de orde in de tweede inspraakronde, wanneer de Trajectnota/MER afgerond is en ter inzage wordt gelegd. Op dit moment gaat het vooral om de vraag welke informatie op tafel moet komen om later een zorgvuldig afgewogen besluit te kunnen nemen. Het Bevoegd Gezag gebruikt de inspraakreacties om de richtlijnen voor de tracé/m.e.r.-studie vast te stellen. Daarna gaat het werken aan de Trajectnota/MER van start. In hoofdstuk 2 wordt de problemen op en rond het tracé van de N18 beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de probleem- en doelstelling. In hoofdstuk 4 worden de oplossingsrichtingen beschreven. Hoofdstuk 5 is een weergave van de te onderzoeken effecten. In hoofdstuk 6 wordt de tracéwetprocedure toegelicht. (Author/publisher)

Request publication

11 + 0 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
20050336 ST [electronic version only]
Source

[Arnhem], Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Directie Oost-Nederland / [Arnhem], Provincie Gelderland / [Zwolle], Provincie Overijssel / [S.l.], Regio Twente, 2005, 36 p.

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.