Statistieken verkeersveiligheid 2008.

Author(s)
Casteels, Y. Martensen, H. Merckx, F. Nuyttens, N. Riguelle, F. Thijs, R. Scheers, M. Silverans, P. Slootmans, F. Stuyck, N. & Vlaeminck, F.
Year
Abstract

Sinds 2001 heeft de dodental op Belgische wegen aanzienlijke dalingen gekend. In 2008 is het aantal doden voor het eerst sinds 1950 onder de drempel van 1000 doden gedoken. Ondanks deze positieve vaststelling zullen er nog bijkomende inspanningen nodig zijn om de doelstellingen voor 2010 (maximum 750 verkeersdoden) en 2015 (maximum 500 verkeersdoden) te behalen. Hierbij zullen welbepaalde problemen alsmaar gerichter moeten worden aangepakt, want hoe minder doden we tellen, hoe moeilijker het wordt om nog bijkomende dalingen te noteren. Met dit doel voor ogen werd het Observatorium voor de Verkeersveiligheid opgericht, teneinde de analyse van de verkeersveiligheid in België kwalitatief op een hoger niveau te tillen. Dit rapport draagt in grote mate bij tot de realisatie van deze doelstelling, want op termijn moet het alle informatie en cijfergegevens bevatten die nodig zijn om een klare kijk te krijgen op de verkeersonveiligheid in ons land. Dit streven naar volledigheid blijft natuurlijk een vrome wens doordat er oneindig veel informatie beschikbaar is, maar ook doordat een deel van de betreffende gegevens gewoonweg niet bestaat (of niet toegankelijk is). Samen met zijn partners wil het Observatorium voor de Verkeersveiligheid de betrokken actoren sensibiliseren en stimuleren over het belang van kwaliteitsvolle statistische gegevens, met het oog op een oordeelkundige analyse van de verkeersonveiligheid. Voor de structuur van dit rapport hebben we ons gebaseerd op de piramide met verkeersveiligheidsindicatoren. Deze piramide biedt het dubbele voordeel dat ze een duidelijke structuur aanbrengt in een massa beschikbare informatie en dat ze een eenvoudige visuele weergave biedt van de bestaande lacunes. De piramide heeft 4 trappen. De onderste trap bevat maatregelen en acties op verschillende domeinen (weginfrastructuur, educatie, sensibilisering, politieactiviteiten, enz.). Deze maatregelen en acties zijn bedoeld om wijzigingen aan te brengen in de eerste verdieping van de piramide, die performantie-indicatoren bevat inzake het gedrag van de weggebruikers, de kwaliteit van de voertuigen en de kwaliteit van de hulpdiensten. Op de tweede verdieping vinden we de verkeersonveiligheidsindicatoren waarvan wij hopen dat ze evolueren dankzij de verbeteringen op het niveau van de performatie-indicatoren. Deze verdieping centraliseert informatie die essentieel is voor de analyse van de verkeersveiligheid, zoals het aantal ongevallen en het aantal slachtoffers. Helemaal bovenaan vinden wij informatie over de prijs van de ongevallen en dus over hun maatschappelijke impact. De gegevens in dit rapport gaan tot 2008 en zullen geactualiseerd worden naarmate er nieuwe gegevens verschijnen. Het rapport zal constant evolueren, want het zal aangevuld worden telkens er nieuwe samenwerkingen aangegaan worden tussen het BIVV en eender welke partner die gegevens bezit die inzicht kunnen verschaffen in de verkeersveiligheid in België. Wij willen trouwens de gelegenheid benutten om de partners te bedanken die alvast bijdroegen tot de realisatie van dit rapport: de AD SEI van de FOD Economie die de officiële database van ongevallen met lichamelijke schade beheert en aanlevert, de FOD Mobiliteit die de risicoblootstellingsgegevens publiceert (zonder deze gegevens zou de analyse van de verkeersonveiligheid zinloos zijn), de Lokale en de Federale Politie die ongevallengegevens verzamelen en Assuralia, dat ons de mogelijkheid biedt om de ongevallengegevens vanuit een andere invalshoek te bekijken. (Author/publisher)

Publication

Library number
20120564 ST [electronic version only]
Source

Brussel, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid BIVV, Observatorium voor de Verkeersveiligheid, 2010, 258 p.

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.